Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2521. Water in zee dragen,d.w.z. iets brengen, waar er overvloed van is; veelal gebruikt wanneer men rijke menschen nog meer geld bezorgt, vertaling van lat. aquas in mare fundere; hetzelfde als nml. die den riken gevet sijn goet, hi ghietet water in de vloet (Sp. Hist. I6, 52, 61); water in den Rijn draghen (Servilius, 4); sperren in Noorwegen senden (Servilius, 4); turf in 't veen brengenGa naar voetnoot2); uilen naar Athene zendenGa naar voetnoot3), lat. ululas Athenas mittere, dat hetzelfde beteekent als in littus harenas fundere; in silvam ligna ferre; poma dare Alcinoo; sidera coelo addere; mlat. Danubio quasi mittat aquam, dat ovi capra lanam; ovis ad capram lanam petitum venit, enz. De uitdr. komt o.a. voor bij Servilius, 7; Sart. I, 2, 54: Ululas Athenas, water in zee dragen, sparren in Noorwegen senden; Spieghel, 295; Hooft, Brieven, 323; Brederoo, II, 13: Soo souwde ick Water in Zee, of Zant in Duyn willen brenghen; Idinau, 304: | |
[pagina 479]
| |
De sulcke water in de zee draghen,
Die iet toe-bieden, daer 't over-loopt.
Raedt, rijck-dom, of wijsheydt iemandt toe-iaghen
Daer 't al af krielt, ghespijst en ghehoopt.
Wee hem, die den duyvel sijn siele verkoopt.
Zie verder Van Effen, Spect. X, 97; Tuinman I, 229; Adagia, 33: Houdt in den bosch draegen, en water inde Zee, ululas Athenas mittere; Halma, 768: Water in de zee dragen, verlooren arbeid doen, porter de l'eau à la mer, battre l'eau; Harreb. I, 158 a; afrik. water in die see dra; Schuermans, 845 b; Waasch Idiot. 732; Antw. Idiot. 1420: het water naar de zee dragen; Taalgids IV, 259; vgl. het hd. Wasser ins Meer, in die Elbe, Werra, Reuss, Limmat, Donau, in den Rhein, in den Brunnen tragen; Ablasz nach Rom tragen; Adler nach Berlin tragen; fr. porter l'eau à la rivière, à la mer; eng. to cast water into the Thames. |
|