2436. In een vloek en een zucht,
d.i. in een oogwenk; eig. in den tijd, dien men noodig heeft voor een vloek en een zucht. Vgl. De Genestet I, 217: Een vloek en een zucht en de Prins stond gekleed; Nw. School VI, 381: Het vak, waar-ie na een opleiding van een vloek en een zucht in was komen rollen; Falkl. 11: Heit-ie lang geleeje? - Nee man - Die was 'r uit in 'n vloek en 'n sucht; VI, 47; VII, 183: We waren op Katwijk en de Scheveningsche pier leek in 'n vloek en 'n zucht nabij; Allerz. 60: Eten dat in 'n vloek en 'n zucht mot worden klaar gemaakt; Handelingen St. Gen. 1913-1914, p. 2924: Gaat niet op het laatste oogenblik in een vloek en een zucht even dit wetsontwerp voteeren; Nw. Amsterdammer, 8 Mei 1915 p. 8 k. 2. Ook in twee (of drie) vloeken en een zucht (Harreb. II, 392 b), hetzelfde als het 17de-eeuwsche in of met drie haasten, fri. mei saun (of túzen) hasten, in Zuid-Nederland met zeven (d.i. veel) haasten; dat is op een wind, een vloek gedaan (Tuerlinckx, 124; Schuermans, 822 b; De Bo, 1337 b); op 'nen vloek of op nen zucht en nen vloek (Schuerm. 822 b; Antw. Idiot. 1387); op 'nen slag en 'nen keer (Waasch Idiot. 593 b); op 'nen waai en 'nen draai, op 'nen draai en 'nen keer (Waasch Idiot. 187 a); op nen zucht, op een vloeksken, op nen ja en nen neen (Schuerm. 206; Ndl. Wdb. VII, 9); in eenen aai en eenen draai (Schuerm. 1 a); met eenen haai en eenen draai of in eenen haai en eenen zwaai (De Bo, 397); Land v. Aalst: op ne vloek en ne sakker; hd. in ja und nein. Ook alleen in een zucht in Handelsblad, 16 Maart 1914 (avondbl.) p. 9 k. 2: De vierduizend kaarten door den Belgischen bond in Nederland ten voorverkoop aangeboden waren in een zucht weg.