Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 353]
| |
2252. Niet (of geen geld) terug hebben van,op iets geen antwoord weten te geven, vooral met betrekking tot eene beschuldiging of eene terechtwijzing; van iets geen verstand, geen begrip hebben; er niets van moeten hebben, - willen weten; vgl. Het Volk, 14 April 1914 p. 13 k. 2: Daar had ‘Het Volk’ natuurlijk niet van terug; en de Enschedesche korrespondent ook niet; 17 Febr. 1914, p. 6 k. 3: En met feiten en cijfers demonstreerde hij de strijdbaarheid en financieele draagkracht van den modernen bond. De stumpers van A.E. hadden er niet van terug; 7 Maart 1914 p. 6 k. 2: Aldus streek onze partijgenoot erop. De wethouder had er weinig van terug; 18 Oct. 1913 p. 5 k. 1: Dan volgen er in den regel 'n reeks voorbeelden, waarmee hij z'n stelling argumenteert en waarop ik meestal geen geld terug heb; De Arbeid, 18 Febr. 1914 p. 3 k. 2: Bouwman kwam in z'n repliek met een brief van H. Polak op de proppen - Drop had niets terug; 1 Aug. 1914, p. 2 k. 3: Wie heeft daarvan nu iets terug? De Telegraaf, 20 Dec. 1913 (ochtendbl.) p. 3 k. 5: Het slotwoord (van een tooneelstuk) ‘Maar zoo iets doet men niet,’ klopte volkomen met den toestand. Met evenveel succes had hij kunnen zeggen: Daar heb je niet van terug (daar kun je niets van); Nkr. VI, 24 Febr. p. 3; VII, 15 Maart p. 2; VIII, 25 April p. 2: Zie je Janus, zulke dingen kan ik vertellen. Heb je soms daarvan terug? Man ik sta perplex; Nw. School, VII, 246: Van Latijn heeft Q niet terug. Hij laat het bijna altijd links liggen; VIII, 422: Ik heb gezegd, dat we hier in Holland scháteren als we horen van de ‘nieuwe paedagogiese ideeën.’ Heeft de heer Nawijn dáár van terug? Jord. 396: Fen sau'n mèskeroade hep ikke nie terug; Handelsblad, 8 Sept. 1914, p. 2 k. 2 (O): Engelschen daar heb ik niet van terug - zei hij. Ze zijn verschrikkelijk lastig zooveel honneurs als ze over zich hebben; ze denken dat dit huis van Engeland is; Handelsblad, 5 Febr. 1915 (ochtendbl.) p. 2 k. 1; enz. Vgl. eng. to give a p. his change, iemand behoorlijk op zijn plaats zetten. Als variant komt voor: niet kunnen wisselenGa naar voetnoot1) of geen klein geld terug hebben van iets. |
|