1973. Er gaan veel makke (of tamme) schapen in een hok,
d.w.z. ‘wanneer men niet al te veel verlangt, kan men licht plaats vinden’; men bezigt deze zegswijze, wanneer veel menschen in eene kleine ruimte moeten. Zie Smetius, 227: Daer gaen veel geduldige (of willige) schapen in eenen stal; Halma, 335: Daar gaan veele makke schapen in een hok, les personnes accommodantes se font à tout; Sewel, 474; Taalgids VII, 213; Harreb. I, 314; Afrik. daar gaan baie mak schape in een kraal; Eckart, 448. In het fr. beaucoup de brebis entrent dans le même bercail; hd. der geduldigen Schafe gehen viel in einen Stall; fri. der kinne in bulte makke skiep yn ien hok; zie Wander IV, 55; 59; Dirksen I, 89: dâr gân föl makke schapen in d' stal; Eckart, 448.