Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1898. Een punt (of een puntje) aan iets kunnen zuigen.Eene in Noord- en Zuid-Nederland bekende uitdrukking: ergens een voorbeeld aan kunnen nemen; iets niet kunnen verbeteren; met iets niet in vergelijking kunnen komen. Harrebomée II, 204 citeert: Hij zuigt (of slijpt) er een punt aan; Weiland verklaart ‘eene punt aan iets zuigen’ als ‘zich gereed maken tot tegenspraak, of tegenstand’, en vat ‘punt’ op in den zin van degen; Gron. hij ken d'r puntjes an zoegen (Molema, 339 a); in het fri. der kinst in puntsje oan sûgje. In Zuid-Nederland: Daar kunt gij nen punt aan zuigen, daar kunt gij mede bezig zijn, op nadenken en er het uwe uit trekken (Schuerm. Bijv. 253 a); zie ook Joos, 75: Lekt dat kalfken zijn muilken af, zuigt daar 'nen punt aan; Antw. Idiot. 1007; Waasch Idiot. 521: Aan iets een pinne of 'nen punt kunnen zuigen, iets kunnen doen, iets verstaan; 540: Zuigt daar 'nen punt of een pin aan. Zie verder Schoolm. 19: Ja het ging zoo gaauw, hoorde ik mijn kleinzoon dikwijls getuigen,
Dat een stoomboot op stapel er gerust een punt aan had kunnen zuigen.
Handelsblad, 21 Mei 1914, p. 1 k. 5 (ochtendbl.): De heer Vliegen begon met het aftakelen der redevoeringen van de heeren Marchant en Bos (waaraan hij echter de klassieke ‘punt’ kon zuigen); Prikk. II, 57; Kmz. 81; Jord. 197; Nkr. II, 8 Maart, p. 2; Zondagsbl. v. Het Volk, 1906, p. 114: Men bedenke evenwel, dat er verscheiden redevoeringen waren, waar geen punt aan was, andere waar maar een punt aan gedraaid was. Aan geen enkele viel een punt te zuigen; Nkr. V, 13 Mei, p. 6; 9 Sept. p. 2; VII, 9 Aug., p. 5; VIII, 7 Nov., p. 2. Hiernaast een punt draaien (of zuigen) aan iets, er een mouw aan passen, een kop klinken aan iets, er raad op weten, er maar iets van maken; vgl. Het Volk, 5 Juni 1914, p. 1 k. 4: Men zou met zulk een verklaring dus genoegen kunnen nemen. De heiligheid is daarmee toch van de zoogenaamde christelijke politiek af. Maar neen, de ‘Standaard’ draait er toch weer een punt aan; Nw. School, IV, 212: ‘Op een stroowisch komen aandrijven’, heeft K. ook opgenomen en als aan alles weet hij ook daaraan een punt te zuigen, maar ook als elders slaat hij den bal mis; VII, 179: De heer B. heeft op zich genomen de brochurenreeks ‘Schoolhervorming’ te openen. En dat was nou weer net iets voor hem, hè. Hij zou d'r wel eventjes een punt aan kletsen, dacht-ie; en hij hééft er een punt aan gekletst; VIII, 259: ‘Je hebt d'r 'n aardige punt aan gekletst’, zei de eenGa naar voetnoot1). ‘Zeker zelf nooit gehengeld hè, vroeg de ander; Nkr. VI, 8 Juni p. 4: Om 't kiesrecht was de zaak begonnen, want Theo had zich goed bezonnen: Dàt stel meneeren, lieve man, dat draaide er wel een puntje an. Vgl. ook Lvl. 12: Wat hei-je nou eigenlik willen beweren? Verdomd as 'k 'r 'n woord van kan navertellen, je lult er godoome 'n punt aan; D.H.L. 39: Geeg effe jouw jas, dan ziet-i me tenminste als korporaal, anders begint-i te ouwehoeren en dan is-i vanavond nog niet klaar; je weet m'n vader is dominee en die lullen d'r altijd 'n punt an; Scharten, 't Geluk hangt als een Druiventros, bl. 101: Toen Angelo met een zoetsappig langs-zijn-neus-weg gezegd zinnetje.... slechts een ontwijkend grijnsje kon ontlokken, wist hij, om | |
[pagina 196]
| |
een directe weigering te voorkomen, dadelijk een pointe aan zijn verhaal te zuigen. Een punt aan iets draaien of zuigen (onder invloed van iets uit zijn duim zuigen) beteekent dus eig. een pointe er bij verzinnen of er uithalen; in algemeenen zin: iets klaar spelen; onze uitdr. je kunt er een punt aan zuigen wil dan zeggen: probeer er een punt aan te zuigen (maar het lukt je toch niet); ge kunt trachten dat ook klaar te spelen, doch daartoe zijt ge niet in staat. |
|