Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1768. Men wandelt niet straffeloos onder de palmen,Ga naar eind1768d.w.z. men verkeert niet in Oost-Indië zonder er verbruind of ziekelijk te worden. Zie Daum, Raad v. I. 143: De blanke menschen, die insinueerden, dat men niet ongestraft kon loopen in der palmen schaduw, terwijl zij in de tropen een leven leiden, dat hen ziek moest makenGa naar voetnoot1). De zegswijze luidt in het hd. es wandelt niemand ungestraft unter Palmen, d.h. in der Region der Ideale; ze wordt dus aldaar in geheel anderen zin gebezigd dan in dit citaatGa naar voetnoot2). In het fr. personne ne se hasarde impunément sous les palmiers, personne n'est toujours heureux dans ce monde. Zie Noord en Zuid XXV, 405. |
|