Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1584. Met de muts naar iets gooien (werpen of smijten).Ga naar eind1584In de 17de en 18de eeuw beteekende dit: er niet naar kunnen talen, ergens niet aan behoeven te denken; het kwijt zijn; zie V. Moerk. 225; | |
[pagina 62]
| |
Schijnh. 430; Van Effen VI, 168; Tuinman I, 250. Tegenwoordig beteekent deze zegsw. iets trachten te verkrijgen of er een slag naar slaan; er naar gissen; zie Harreb. II, 110; Nw. School VIII, 296; Handelsblad, 22 Mei 1915 (ochtendbl.) p. 5 k. 1: Vandaar een voortdurend conflict tusschen importeurs en den fiscus. Men gooit er met de muts naar. Zoo werd een onechte oudheid door den fiscus verbazend hoog getaxeerd; Molema, 386 b; d'r is gein smieten mit de muts na, er is geen bijkomen aan, 't is ver boven of buiten mijn bereik, ik kan er niet naar talen; evenzoo bij Gunnink, 209; fri. dêr is gjin smiten mei de mûtse nei, daarover weet ik mijn groote verwondering niet uit te drukken; ook: daar is niet tegen te bolwerken; oostfri. d'r is gên schmîten mit de mütse na, 't is niet te bekomen; syn. van er is geen gooien naar (o.a. C. Wildsch. II, 144); in het fri.: hy docht er mar in smeet mei de mûtse nei, hij raadt er maar in den blinde op los, zonder iets van de zaak te weten. In den zin van ‘een gooi naar iets doen’ (vgl. no. 714) hoort men ook wel: ‘met zijn petje ergens naar gooien’,Ga naar voetnoot1) wat doet vermoeden, dat de uitdr. aan het een of ander jongensspel is ontleend. Zie Ndl. Wdb. IX, 1279. |
|