Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1555. De morgenstond heeft goud in den mond,d.w.z. ‘vroeg opstaan is profijtelijk’; hd. Morgenstunde hat Gold im Munde; ook Morgenstunde hat plumbierte Zähne (zie Germ.-Rom. Monatschr. IX, 58); bij Joos, 150: de morgenstond heeft goud (of rozen) in den mond; morgenwerk, gulden werk. Vgl. verder Pers, Bellerophon I, 145: De Morgenstondt draeght Honingh in den Mondt; Tuinman I, 173 met de verklaring dat ‘wel bestede morgenuuren groot voordeel toebrengen’; Sewel, 499; W. Leevend I, 209; Martinet, no. 16. De zegswijze komt ook in het Deensch en in het Zweedsch voor: Morgenstund har guld i mund; Morgonstund haar guld i munn (Wander III, 733; 734). De voorstelling, dat de morgenstond, Aurora, goud in haren mond draagt, vindt men in velerlei volkssagen. In de Zweedsche | |
[pagina 47]
| |
valt een gouden ring uit haren mond, als zij lacht, in de Noorweegsche vallen goudstukken uit haren mond, als zij spreekt, en uit haar haren, wanneer zij zich kamt. In de Deensche vallen edelgesteenten uit haren mond en goud en zilver uit het haar, en in de Rumeensche valt goud en zilver uit haar haar, wanneer zij zich kamt. Zie Harreb. III, 453; Villiers, 83; Borchardt, bl. 201 noot; Germania XXV, 80; Wander III, 733; Ndl. Wdb. V, 465; IX, 1059 en Brunner, Deutsche Rechtsgeschichte I, 71, anm. 6, die de verklaring meent te moeten zoeken ‘in einer steifleinenden Schulmeisterwitz über das wort aurora (aurum in oraGa naar voetnoot1))’. Zie evenwel Taal en Letteren XIII, 575, waar gewezen wordt op het Hongaarsche gezegde: die vroeg opstaat vindt een goudstuk, en mond gehouden wordt voor een zich als van zelf voordoend rijmwoord, daar men niet te veel achter zoeken moet; vgl. avondrood, water in de sloot; mist, vorst in de kist; het is een moord in een mandje; zoo zat als 'ne patat (in Antw. Idiot. 1960); met lijpen en drijpen (Antw. Idiot. 1875); in Drenthe: zoo wies as 'n patries; zoo dom as 'n koffietrom; fri. mei in hei (drift) en in bei, en dergelijke. Zie no. 1465. |
|