Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1552. Steek (of stik) de moord,of je mag me de moord steken, ook stik de moord wil zeggen: loop naar den duivel, je kunt me de bout hachelen (zie no. 333), stik, krijg een ongeluk, of eene dergelijke ruwe verwensching. Het ww. steken heeft hier de bet. van slaan, treffen, waarmede het in vroegere geschriften afwisselt; 16de eeuw de moort die de perde slaet naast de tale (eene ziekte) die de verkene stect. De uitdr. wil dus eig. zeggen: de moord, de dood moge je treffen, slaan. In het mnl. komt van de moort gesteken reeds voor (zie Mnl. Wdb. VII, 2053); in de 16de eeuw als verwensching dat u de moort steken moet (moge); ook in 't passief ic wilde hij ware de moort gesteken (Everaert, 270). Door eene onjuiste opvatting van ‘iemand’ als onderwerp in de uitdr. iemand steke de moord kreeg de moord steken den zin van sterven. Dit geschiedde in de 16de eeuw blijkens Corn. Everaert, 537: Hy zoude my liever de moort steken waert myn man, eer ict verdrougheGa naar voetnoot2); vgl. verder Tuinman I, 319: Dus is 't een godlooze vloek: Dat u de moord steke, te weten de schielijke dood met zijnen pyl. Men zegt, Hij is de moord gesteken. Dat is kromtaal. In dezen zin is de zegsw. blijven voortleven in de ruwe volkstaal; zie Köster Henke, 46: de moord steken, om 't leven komen; steek de moord, krijg een ongeluk; O.K. 56: De moord zal jelui steken, misselijke jakhalzen; M. de Br. 209: Laat ze de moord steken; Landl. 123: Verrek jij, val dood, stik de moord; Diamst. 318: Steek de moord en lek me de maarsch (vgl. no. 604); Menschenw. 393; Jord. II, 128; Peet, 172; Nachtkr. 7; Grond. 335: O, daar hei je haar ook, dat akelig dier zal ook de moord steken; Slop, 89: Hij kon voor zijn part de moord stikke, die menheer!; Jord. 59: Stiek jei nau gauw de maurd! schreeuwde de koffiepikster terug; bl. 86: Met een giftig.... steik de maurd!.... liep ze 't winkeltje uit; V.d. Water, 109: steek de moord, loop naar de hel, naast steek de marinemoord. Afrik. Hy het die moord gesteek. Ook in Zuid-Nederland is bekend: ik wenschte dat hij de moord stake (De Bo, 712); zie verder Schuermans, 389Ga naar voetnoot3). Als variant komt in Noord-Nederland voor pruim de moord! je mag me de moord pruimen! |
|