1463. De man is het hoofd.
Deze woorden zijn ontleend aan Ephesen V, 23, waar de apostel Paulus zegt: de man is het hoofd des wijfs. Bekend is het, dat ook gehoord wordt: de man is het hoofd, maar de vrouw is de nek (die het hoofd doet draaien); zie allerlei varianten bij Wander III, 375.