1358. Nu was Leiden ontzet,
d.w.z. nu was de nood geleden, nu was men uit den nood, de verlegenheid; eene herinnering aan het ontzet van Leiden (3 Oct. 1574). Zie het Ndl. Wdb. X, 2063; Witsen, 98; Van Effen, Spect. XI, 35 en XII, 142; Br. v. Abr. Bl. I, 336 en vgl. het fri. Leijen (of de boarch) is ontset.