Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1354. Op dezelfde leest schoeien,d.w.z. op dezelfde wijze inrichten of (indien men schoeien intransitief opvat) op dezelfde wijze ingericht zijn, van hetzelfde model zijn, overeenkomen (in aard en karakter); eene uitdr. ontleend aan het bedrijf van den schoenmaker, die voor een paar schoenen van gelijke grootte en vorm dezelfde leest (= vorm) gebruikt: mnl. over enen leest getogen sijnGa naar voetnoot1). Vgl. Sartorius II, 9, 26: Sy schoeyen al op eenen leest, de iis, qui similibus vitiis laborant, et improbitate pares sunt; II, 3, 95. Zie Huygens VI, 247; Brederoo III, 49; V. Moerk. 127; Vondel, Petrus en Pauwels, vs. 53; Zeeus, Ged. 393 en 405; Hooft, Ged. II, 299; I, 72 en 319: Veelen die van Deughde schreeven.
Wischten 't ujt met strijdigh leeven.
Maer zijn letter en zijn geest
Schoeijen jujst op eene leest.
Zie verder Halma, 307: Zij schoeijen op eenen leest, zij komen wel overeen; Sewel, 442: Op een zelfde leest schoeijen, to be of the same opinion, to act in the same manner; schoeijen op een leest, een lyn trekken, to agree; Tuinman I, 166; Harreb. II, 14; Ndl. Wdb. VIII, 1358; XI, 241. Voor Zuid-Nederland vgl. Waasch Idiot. 807: Op denzelfden leest geschoeid zijn, van dezelfde meening zijn, gelijk handelen. Synonieme uitdrukkingen zijn op één steek schoeien (Sewel); op één vorm gieten (De Brune, Bank. 2, 300); op ééne mal (model) maken (Van Dale). Vgl. hd. über einen Leisten schlagen; eng. to make one shoe fit every foot. |
|