Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1286. De kroon op iets zetten,d.w.z. iets eervol voltooien (Harreb. I, 452); vgl. het einde kroont het werk, finis coronat opus, fr. la fin couronne l'oeuvre; eng. the end crowns all. Ook in minder gunstigen zin: dit zet er de kroon aan op, dit meet de maat vol, dit ontbrak er nog aan, ‘dit doet de deur dicht’, dat herinnert aan het hd. das setzt der Sache die Krone auf en het fr. couronner qqch., mettre le comble à qqch; couronnement, ce qui met le comble à qqch. (gunstig en ongunstig). Waarschijnlijk is onze uitdr., die eerst in de 19de eeuw wordt aangetroffen, eene navolging van het Fransch en moet kroon worden opgevat als bovenste deel van een gebouw (fr. le couronnement d'un édifice), de voltooiing van een bouwwerk.Ga naar voetnoot2) Vgl. het eng. to place (or to put) the copestone (or copingstone) to one's handiwork naast to crown, roemrijk voltooien; zie Ndl. Wdb. VIII, 347; Villiers, 69. Vgl. ook het ww. bekronen, tot een gelukkig, eervol einde brengen; de kroon zetten op iets, het toppunt van iets uitmaken; bekroning, de gelukkige voltooiing van iets (Ndl. Wdb. II, 1642). |
|