Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend956. De hoogte krijgen (of hebben),d.w.z. dronken worden of zijn, de pruif, de last hebben (Köster Henke, 56; 38); eene sedert de 17de eeuw gebruikelijke uitdrukking naast de hoogte van zijn gedachten krijgen (d.i. niet verder kunnen denkenGa naar voetnoot1). Zie | |
[pagina 368]
| |
Winschooten, 212: Een roes suipen, soo veel drinken, dat men de hoogte heeft, en lustig vroolijk begint te werden. De zin van de uitdr. hij heeft de hoogte is volgens Tuinman I, 121: ‘'t Loopt met hem zo hoog als 't gaan mag, hem dient niet meer’; vgl. ook Halma, 572: Hij heeft al een halven roes weg, hij heeft de hoogte al; fri. hy het de hichte of de miette; eng. to get into one's altitudes, opgewonden worden. Syn. boven of over zijn bier of zijn thee(water) zijn (Harreb. I, 55); vgl. eng. cold tea, alcoholische drank; Harreb. II, 329: Hij drinkt sterke thee, hij is een liefhebber van sterken drank; M.z.A. 170: Allengs gebeurde het vaker dat hij boven zijn thee was; Speenhof VII, 63: Als tie 's middags dan naar huis komt, istie boven z'n thee; Lvl. 65: Ik ben gisterenavond 'n beetje boven m'n theewater thuis gekomen; Kalv. II, 47: Hij deed alsof hij een beetje boven zijn theewater was; O.K. 173; 't Was een goedhartige kerel en leuk! - vooral als ie 'n klein beetje boven z'n theewater was; Handelsblad, 27 Januari 1915 (avondbl.), p. 5 k. 6: Er wordt wel eens een pintje bier te veel gedronken en er raakt wel eens iemand boven zijn theewater; Propria Cures, XXVI, 173: O, zult ge zeggen dan was er zeker een examen-fuif en waren de lui een klein beetje boven hun tweewater; Kippev. II, 258: Ik voel zelf al dat ik behoorlijk de hoogte krijg; I, 232: Maar ik ben boven mijn bier; Nw. Amsterdammer, 8 Mei 1915 p. 3 k. 2: De barbier boven de bierbar was bar boven zijn bier; Handelsblad, 17 Aug. 1915 (ochtendbl.) p. 2 k. 2: De man kon toen de weelde van al dat geld niet meer dragen. Hij raakte boven zijn bier; fri. oer (of boppe) syn bier wêze; vgl. ook het eng. to be over one's cups. |
|