893. Iemand tot het hemd toe uitkleeden,
of iemand in het hemd zetten, wil zeggen iemands eigenaardigheden tot in bijzonderheden nagaan, hem te schande maken, vernederen; ook iemand uitkleeden. Zie Harreb. I, 301: Hij zet hem in het hemd, dat is: zijne redenen of gedragingen zijn van alle bekleedselen ontdaan, en naakt ten toon gesteld; J. Geel, Onderzoek en Phantasie, bl. 10; Nkr. VI, 3 Febr. p. 4: Zet dus dien Troelstra in zijn hemd; VI, 14 Sept. p. 6; Het Volk, 21 Oct. 1913, p. 6 k. 1: Toch wil spr. de gelegenheid om de federatiemannen tot op het hemd uit te kleeden niet laten voorbijgaan en is hij nòg bereid met den heer W. een debat aan te gaan; fri. hja habbe him dêr oan 't himd ta utklaeid, zijn doopcedel gelicht, in zijn ware gedaante getoond. Ook eenvoudig iemand uitkleeden, o.a. Nkr. IV, 10 Juli p. 2: Onze beste en grootste mannen worden er (de courant) nu in uitgekleed, en uitgemaakt voor al wat leelijk is. - Van iemand die tot het hemd is uitgekleed, zegt men, dat hij in het (of zijn) hemd staat, ten prooi aan schaamte en schande, welke zegswijze (reeds in de 18de eeuw) ook gebezigd wordt van iemand die door allen verlaten wordt. Vgl. Tuinman I, 255: Hy staat in zyn hemd. Dat zegt, hy is alleen, en verlaten van alle, die hem voor heen aanhingen’; Het Volk, 17 Oct. 1913, p. 1 k. 1: Zijn partijgenooten zouden hem weldra in zijn