870. Nieuwe heeren, nieuwe wetten,
d.w.z. nieuwe heeren maken nieuwe wetten (of keuren), verordeningen enz.; bij wisseling van bestuur, komen er dikwijls allerlei veranderingen. Lat. novus rex, nova lex of zooals men in Groningen zegt: nei boer, nei wark; fri. nije hearen, nije wetten. Zie Spieghel, 288; Tuinman I, 251; Harreb. I, 296 a; Jongeneel, 90; Antw. Idiot. 1892: nieuwe meesters, nieuwe wetten; Wander, II, 562; Taalgids, V, 157; hd. neue Herren, neue Gesetze; neue Herrschaft, neue hehrzeit; fr. nouveau roi, nouvelle loi; eng. new kings, new laws.