696. Gierigheid (ofhebzucht) is de wortel van alle kwaad,
d.w.z. uit hebzucht en vrekkigheid vloeien alle ondeugden voort. Ontleend aan I Tim. 6, vs. 10: Want de gelt-giericheyt is een wortel van alle quaet. Vgl. Doct. II, 419:
Met ghiereghen ende vrecken, wats gesciet,
En seldi vrienscap hebben niet;
Want ghierecheit, als Paulus seit,
Es wortele van alre quaetheit.
[pagina 273]
[p. 273]
Zeeman, 233: Otto, 51; Wander I, 1455; fri. gjirrichheid is de wirtel fen 't kweade; fr. l'oisiveté est la mère de tous les vices; hd. Geiz ist eine Wurzel alles Uebels; eng. the love of money is the root of all evil.