625. Een gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden,
ook dan twaalf of honderd wijzen kunnen beantwoorden; eene sedert de middeleeuwen voorkomende meening, blijkens Jan's Teesteye, vs. 2083:
Wouter, een sot soude meer vraghen
Dan XII vroede berechten souden.
Dial. Eggaert 225: Maer een door ende een sot mach meer vraghen dan die wijse mach berechten; Campen, 30: Een Sot can meer vraghen dan thien Wysen berichten connen; De Brune, 199: Een zot of narr' veel vraghen maeckt, daer uyt een wijs man noyt en raeckt; Tuinman I, 30: Een zot kan meer vragen, dan zeven wijzen konnen beandwoorden; fr. un fou fait plus de questions qu'un sage de raisons; hd. ein Narr fragt mehr als zehn Weise beantworten können; nd. ên Narr kann mehr frag'n as fiv (sibn) Wise antworden könnt (Eckart, 381); en Geck kan mih frôge as sebbe Geschüde antworden können (Eckart, 141); eng. a fool may ask more questions in one hour than a wise man can answer in seven years. Bij Wander II, 893: ein Narr kan (in einer Stunde) mehr fragen denn zehen (alte) Weisen (in einem Jahre) berichten können. Ook in het Deensch en Zweedsch is de zegswijze bekend; vgl. lat. quaerit delirus quod non respondit Homerus (zie Wander).