445. Don Juan,
d.i. een vrouwenverleider, iemand die er op uit is veroveringen op meisjes te maken; eig. de naam van den held uit een Spaansch verhaal van de 14de eeuw don Juan Tenorio, die een meisje wilde schaken, welks vader hij in een tweegevecht doodde. De Spaansche schrijver Fra Gabriel Tellez, meer bekend onder zijn pseudoniem Tirso de Molina behandelde (en wijzigde) in 1634 de sage het eerst in zijn drama El burlador de Sevilla y convidado de piedra. Door den tekst van Lorenzo da Ponte, geschreven bij de opera van Mozart (1787), is de naam zeker wel het meest bekend geworden. Zie Büchmann, 315; Reinius, 57; J.A. Worp in Taal en Letteren VIII, 409-413; A. de Cock, Studiën, 141.