Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 99]
| |
255. In het land der blinden is éénoog koning.Ga naar eind255‘Dat is, onder onwetende munt als wat groots uit, die eenige wetenschap heeft’ (Tuinman I, 364). Reeds in het Grieksch: ἐν τοῖς τόποις τῶν τυφλῶν γλάμων βασιλέυει; ἐν τυφλῶν πόλει γλαμυρὸς (leepoog) βασιλέυει (Schol. Hom. Ω 192); in het Latijn: monoculus inter caecos rexGa naar voetnoot1). Bij ons in de 16de eeuw voorkomend; vgl. Sart. II, 3, 66: De Scheele is een Koningh onder de Blinde, in 't Lant der Blinden is Koppen een-oogh Koning (zoo ook III, 5, 74). Vgl. ook De Brune, 153; Huygens VI, 170: In 't Huys daer de blinde woont
Werdt de slimste eerst gekroontGa naar voetnoot2).
Zie verder Bebel, 226: inter caecos unoculus rex est; Erasmus XCVI: inter caecos regnat strabus; Harreb. I, 92; III, 131; 398; Ndl. Wdb. II, 2855; fr. au pays des aveugles, les borgnes sont rois; hd. bei den Blinden ist der Einäugige König; eng. in the kingdom of the blind, one-eyed men are kings. |
|