Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend242. In een goed (of slecht) blaadje staan,d.w.z. ergens goed aangeschreven zijn, goed of slecht te boek of te bladGa naar voetnoot2) staan; fr. être bien ou mal noté. Bij Roemer Visscher, Brabbeling, 6: In 't qua blaedtken staen, d.i. op het blad, waarop de slechte betalers worden genoteerd; zie verder Hooft, Brieven, 133; 345; V. Moerk. 567; Pers, 281 a; 284 a; Van Effen, Spect. V, 35; XI, 6; Ndl. Wdb. II, 2767. Waarschijnlijk heeft in de bet. op (vgl. bij Hooft, Brieven, 402: 't Zwart in 't wit hebben d.i. zwart op wit hebben.Ga naar voetnoot3) Volgens Welters, 97, zegt men in Limburg: ‘op een slecht blaadje staan’; evenzoo in het Antw. en Westvl.: bij iemand op een goed of slecht blaadje (blaaiken) staan; zie Antw. Idiot. 245; De Bo, 141, waar uit Poirters wordt aangehaald: Met veynzen wort hier niet ghedaen,
Ten sy wy op t' schoon blaeyken staen.
Zie ook Joos, 74 en vgl. nog het fri.: hy stiet yn in goed bledtsje of yn in goed boekje, waarmede te vergelijken is het eng. to be in the (good) books of the bad (black) books; Rutten, 32 b: op iemands zwarten boek staan, iemands vijand zijn; Waasch Idiot. 120 a: bij iemand op een slecht, op een zwart of op het leste blaadken staan, in ongunst aangeschreven zijn; op een wit blaadken staan, de gunst genieten. |
|