Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend107. Op den eersten April verloor Alva zijn bril,d.w.z. op den eersten April (1572) verloor Alva de stad Den Briel. Dit rijmpje verving reeds vroeg een ouder gezegde: de Hertog krijget een Bril op die Neuse, alwaar onder bril moet worden verstaan een dwangmiddel, een pen; Alva's macht werd door de inneming van den BrielGa naar voetnoot1) gebreideld, gefnuikt. Zeer spoedig daarna moet dit gezegde vervangen zijn door het bekende rijmpje, dat Bor, Ned. Oorl. 6, 266 a reeds vermeldt: Men hoorde vast onder de Borgheren hier ende daar tot sijn (Alva's) spot aldus rijmen: Den eersten dach van April verloos Duc d' Alva sijnen Bril. Het Ndl. Wdb. III, 1382, waaraan dit alles is ontleend, voegt hierbij: ‘weliswaar drukte het niet zoo krachtig als het vorige uit dat Alva's macht door die verovering gefnuikt was; doch het beval zich daarentegen, behalve door het rijm en door toespeling op den 1sten April, den van ouds bekenden gekkendag, bovenal ook hierdoor aan, dat het verliezen van een bril voor de meesten eene duidelijker woordspeling bevatte dan het op den neus krijgen er van (vooral toen later een bril op den neus krijgen niet overal meer gangbaar was): immers Alva had dien dag Den Briel verloren, niet gekregen’.Ga naar voetnoot2) |
|