Voorrede bij den derden druk
Deze nieuwe druk is geheel herzien. De studiën van A.C. Bouman, J.H. Kern, G.S.
Overdiep en W. de Vries zijn daarbij geraadpleegd; van de door G. Engels en J.
v. Ginneken uitgeoefende critiek is dankbaar partij getrokken; ook van de
welwillend medegedeelde opmerkingen mijner ambtgenooten J.W. Muller en C.G.N. de
Vooys.
Tot mijn spijt heb ik niet kunnen voldoen aan het begrijpelijk verlangen om bij
de citaten de plaats van herkomst op te geven. Dit was mij onmogelijk, daar het
materiaal niet meer bestond en tijd voor een nieuw onderzoek mij geheel ontbrak.
Zooveel mogelijk heb ik echter de litteratuur over het onderwerp vermeld, waar
de meeste citaten zijn te vinden.
Amsterdam, Juli 1923
F.A.S.