Limburgs boekjuweel. Cultureel erfgoed in Limburgse bibliotheken
(2005)–Jos Stijfs– Auteursrechtelijk beschermd[p. 172] | |
De door de beroemde drukker Froben, die ook veel werken van Erasmus heeft uitgegeven, met zorg vormgegeven titelpagina van Philippus Engelbrecht's biografie van Sint Lambertus: de houtsnede met vroege Duitse Renaissance motieven vormt een kader waarbinnen de eigenlijke titel is geplaatst.
| |
[p. 173] | |
Lambertus: wierook en wraakBoven alle twintig bisschoppen die als opvolgers van Sint Servaas in Maastricht zouden hebben geresideerd, zweeft het aureool van heiligheid. Wat van hun leven feitelijk bekend is, stelt niet zoveel voor. De overlevering is vaak met vrome legenden en wonderlijke verhalen verweven. Een van de bekendste bisschoppen van Maastricht is Lambertus of Land(i)bertus, die met name in deze streken nog veelvuldig wordt vereerd. Zijn feestdag is de 18de september, zijn sterfdag. In de Stadsbibliotheek Maastricht bevindt zich een Latijnse levensbeschrijving van Sint Lambertus door Philippus Engelbrecht, getiteld Divi Lamberti, episcopi Trajectensis, martyris et magni apud Friburgenses Brisgoicos patroni, vita. Deze biografie wordt nog gevolgd door een aantal brieven van dezelfde auteur: Epistola ad Hieronymini. Husaerum Pludentinum quae Friburgum summatim complectitur. Het boek van 48 pagina's in kwarto is in 1519 bij Ioannes Froben in Bazel verschenen. Het is een zogenaamd doorschoten exemplaar: om en om zijn blanco pagina's meegebonden, waarop een ijverige lezer later aantekeningen in handschrift heeft gemaakt.
Het staat niet vast wanneer Sint Lambertus precies heeft geleefd. Als geboortejaar worden genoemd 636, 668 en 672, als sterfjaar 676, 708 en 709. Lambertus werd in Maastricht geboren uit een adellijk Frankisch geslacht, dat bekend stond als ‘rijk aan deugden en aan geld’. De legende wil dat de voorlijke baby Bèr met zijn zoogster Lina al over geloofszaken sprak. Later was Lambert dol op bidden en verzaakte aan kinderspelletjes. Een blinde verzorgster zou door de kracht van Bertus' gebed weer hebben kunnen zien.
Theodardus, bisschop van Maastricht, leidde de jonge Lambertus op tot priester. Ook de heilige aartspriester Landoartes was een van zijn leraren. ‘Als een edelsteen werd hij aan alle kanten gepolijst’ schrijft een biograaf over Lambertus. Zelfs zijn kattekwaad benadrukte zijn heiligheid: de pupil stopte smeulende kolen in Landoartes' pij zonder dat deze daar hinder van ondervond. Volgens een andere legende bewaarde Lambertus in zijn eigen kleed de gloeikooltjes waarmee hij tijdens kerkdiensten de wierook deed geuren, zonder er brandwonden aan over te houden. Het verband tussen hete kolen en het branden van geloofsijver is niet moeilijk te leggen.
Lambertus werd al op vrij jeugdige leeftijd tot bisschop gewijd. Hij werd gekozen tot bisschop van Maastricht als opvolger van Theodardus, die in 668 was vermoord. Deze had zich in Metz bij Childerik II, de Merovingische koning van Austrasië, beklaagd omdat diens hofbeambten enige aan de kerk geschonken gronden wederrechtelijk hadden ingepalmd. Dat werd Theodardus erg kwalijk genomen. De bisschop werd vervolgd en liet het leven in de buurt van Spiers. Lambertus liet het lijk plechtig naar Luik brengen. | |
[p. 174] | |
De Lambertus goedgezinde koning Childerik werd zelf in 673 vermoord. Diens opperhofmeester of hofmeier Ebroïn verdreef de bisschop uit Maastricht, omdat hij de moorddadige handel en wandel van de majordomus zou hebben gegispt. Nadat hij was afgezet en verbannen, week hij uit naar de abdij van Stavelot, waar hij zeven jaar verbleef. Theodardus' voorganger Remacles had dit klooster gesticht. Hier nam Lambertus volgens biografen genoegen met de bescheiden status van novice: ‘De laatste in de orde, de eerste in heiligheid’. Een vroom verhaal onderstreept het zichzelf wegcijferen en de glans van zijn ascese. Tijdens het koorgebed plofte een van Lambertus' sandalen op de plavuizen. De vertoornde abt gelastte de verstoorder van de gewijde orde buiten te gaan bidden, onder het kruis bij de kerkmuur. Uren later vonden de monniken de verstijfde, bijna ondergesneeuwde Lambertus terug. Een verzaligde uitdrukking lag op zijn gezicht. Hij bezat de onverstoorbaarheid waarmee heiligheid: namelijk de eer der altaren, te behalen is.
Ebroïn werd op zijn beurt in 681 uit de weg geruimd, hetgeen Lambertus' aanhang allerminst zal hebben betreurd. Hofmeier Pippijn van Herstal herstelde een jaar later Lambertus in zijn rechten als bisschop van de Tongeren. Hij trachtte de tucht in zijn diocees te herstellen, en hij predikte in Taxandrië (grosso modo het huidige (oost) Noord-Brabant) waar hij met succes oeroude, inheemse, maar heidense religieuze praktijken uitbande. Lambertus vernielde heidense monumenten, want het christendom duldde geen concurrentie. Hij trok bekerend en dopend door het gebied dat overeenkomt met de huidige provincie Limburg, de Kempen en de Peel. Een jonge Angelsaksische missionaris, Willibrord, ging met Lambertus mee; het tweetal bezocht onder andere Holset, Tegelen en Blerick. Willibrord had omstreeks 700 ook Susteren en omgeving als missiegebied, waar hij een abdij stichtte. Van Lambertus is verder bekend dat hij de kerk van Munsterbilzen (Belisia Monasterii) heeft gewijd, waar de heilige Landrada op zijn instigatie een nonnenklooster stichtte.
Omstreeks 705 werd Lambertus in zijn villa (hoeve) bij het dorp Leodium of Legia -de latere stad Luik- vermoord bij een conflict met naijverige edelen om grondbezit. Voor het altaar zou hij, samen met enige leden van zijn familie en andere huisgenoten, met pijlen zijn doorboord of -zo vertelt een ander verhaal- met spiezen zijn doorstoken. Tevoren waren de ouders van Lambertus bij een schimmig geschil in de directe omgeving vermoord. Dat Pippijn zich via een hofbeambte, Drogo, op Lambertus zou hebben gewroken omdat deze Pippijn het verstoten van zijn vrouwe Plectrudis had verweten, is lang aangenomen, maar wordt thans onwaarschijnlijk geacht. Pippijn leefde samen met een adellijke concubine, Alpaïs. Zo'n vroeg-germaanse zogenoemde Friedel-ehe was bij de toenmalige aristocratie een niet ongebruikelijke, geaccepteerde vorm van polygamie. Een andere legende geeft de volgende versie: Lambertus had het product van Merovingische losheid van | |
[p. 175] | |
zeden, Karel Martel -die was geboren uit de liaison van Pippijn en Alpaïs- niet willen zegenen. Dat zou de aanleiding tot de moord zijn geweest. Pippijn kwam na tien jaar terug bij Plectrudis; Alpaïs trad rouwmoedig in een klooster in.
In een Lambertus-studie ontraadselt historicus Jean-Louis Kupper, vooral aan de hand van vroege levensbeschrijvingen van Lambertus, de boeiende religieuze, maar ook machtspolitieke ontwikkelingen tijdens Lambertus' leven1.. Hagiografieën of geschreven heiligenlevens waren vaak -ook liturgisch gebruikte- heldenverhalen, opgezet volgens een gestandaardiseerd model, vol plagiaat, gemeenplaatsen en stereotypen. De heilige was een God zeer toegewijde persoon met een edele ziel. En hij was vanzelfsprekend gaaf en knap van uiterlijk, naar het beeld van de Allerhoogste. In recentere, kritischere ‘heiligenlevens-nieuwe-stijl’, zoals die van Kupper, komt Lambertus -in zijn jeugd een stoere krijger- naar voren als een aristocraat, die zijn geestelijke deugden in dienst stelde van macht, kerk en politiek. Volgens Kupper zouden Lambertus en zijn huisgenoten het slachtoffer zijn geworden van een vendetta, een wraakoefening in het kader van een vete tussen twee familieclans. Als afrekening tussen twee rivaliserende clans werd de moord uitgevoerd door een bende huurmoordenaars.
Na de moord werd het lijk van Lambertus per boot naar Maastricht gebracht, waar het door een grote schare gelovigen bij de kerk van Sint Pieter werd begraven. Lambertus' opvolger, Sint Hubertus, verplaatste de Maastrichtse bisschopszetel naar Luik. Het kerkelijk leven onder de Merovingers en de Karolingers, die prat konden gaan op familieconnecties met vele en belangrijke heiligen, werd sterk door de de politieke verwikkelingen bepaald. De resten van een heilige bisschop en martelaar konden in dat machtsspel een rol spelen: Hubertus liet ze naar Luik overbrengen, het hartland van de Karolingers, en liet een grote kerk op het nieuw gedolven graf bouwen: Zo kon het opkomende Luik van Sint Lambert zich meten met het oudere Maastricht van Sint Servaas. | |
Maastricht, Centre Céramique / Stadsbibliotheek 6001 E 16 en 6002 E 14Philippus Engelbrecht, Divi Lamberti, episcopi Trajectensis, martyris et magni apud Friburgenses Brisgoicos patroni, vita, Philippo Engelbrechto, Engentino, autore. Epistola ad Hieronymum Husaerum Pludentinum, quae Friburgum summatim complectitur, autore eodem, Bazel (Froben) 1519. |
|