Vreemde ideeën over zelfdoding
Het kartonnen bandje waartussen blauwe linten uitsteken is met goudgestempeld perkament overtrokken; de bladzijden zijn goud op snee. Prophylacticum vitae, ofte bescherminge des levens tegens selfs-moorderye, ingestelt door Simon Oomius. Een gruwelijk boekje in de Universiteitsbibliotheek Maastricht, dat het etiket ‘Bibliotheca Seminarii Warmondani’ draagt. In 1660 is het bij Iacob Benjamin en Christoffel Cunradus in Amsterdam gedrukt.
De titelplaat laat een verscheidenheid van methoden zien om het leven vaarwel te zeggen. Een mannetje dat uit een raam tuimelt. Iemand die het koord der wanhoop nota bene aan een hoefijzer heeft bevestigd. Even pathetisch is het gebaar van een man, die de spitse punt van het zwaard op zijn navel heeft gericht. Er valt, op de voorgrond, een persoon ‘uit den hoge’ reddeloos in een waterton. En wie tuurt daar somber in de gifbeker? Ja, zelfs geselaars doen alle moeite van het tijdelijke afscheid te nemen.
Maar de verhandeling van Oomius verklaart ‘in 't breede’ zelfdoding in aanleidingen, oorzaken, redenen. Zij verhaalt van de middelen, somt de tegenwerpingen op en legt uit hoe het ‘quaed’ voorkomen kan worden. De Lutherse dominee Simon Oomius, ‘dienaer Iesu Christi in de Gemeynte tot Purmerlandt’ -twaalf jaar later schrijft hij nog een ruim duizend bladzijden tellende verhandeling (Bolsward, 1672) over de theologie van o.a. ‘Pausgezinden, Lutherschen, Jesu-wijten’ (jezuieten)- is hard in zijn oordeel. Zelfdoding is een ‘vuyle daedt’ van ‘onmenselycke boosheydt’ en is vaak veroorzaakt door ingevingen van de ‘duyvel Sathan’.
De in zijn tijd bij de katholieken gebruikelijke boeteprocessies -vóór Pasennoemt hij ‘duyvelsche Dulligheydt’. De geselaars trokken groepsgewijs door de straten en dienden zichzelf twee- tot driehonderd slagen toe met ‘gecnoopte ende scherpe haeckjens ingehechte touwen’. De heilige Catharina van Siëna die reeds als baby in de wieg op vrijdag de moederborst weigerde, strafte zich als volwassene met ‘ijsere ketens opt bloote lyf’. Franciscus van Assisi deed het om ‘den brandt van syne lusten te stillen’. En door de ‘Paepsche schryvers Augustinus Wichmans en Henricus Sedulius werden hoog geacht den welcken in de processie tot Maestricht het bloedt van 't gequetste lichaem op hare beenen op de straeten neder droop’, schrijft Oomius. (De theoloog Wichmans (1596-1661), was abt van de praemonstratenzer abdij van Tongerlo).
De duivel verleidt mensen ‘om moorddaedighe handen aen haer selven te leggen’, maar soms is de ellende van het leven de aanleiding. Een boze bedelaar wordt van een huis weggestuurd, begint wanhopig te schelden en zal daarna ‘sulcken vuyle tale utbraecken tegen de Godt des Hemels’. Oomius