Limburgs boekjuweel. Cultureel erfgoed in Limburgse bibliotheken
(2005)–Jos Stijfs– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 89]
| |
Hoe bekend is het evangelieboek Susteren?Het Evangeliarium van Susteren is ook buiten Nederland bekend. Het is een uniek, rijk geïllustreerd, vermoedelijk in de eerste helft van de elfde eeuw geschreven en verlucht evangelieboek, eigenlijk een evangelistarium, een evangelieboek dat alleen de eigenlijk evangelies van Matheus, Marcus, Lucas en Johannes omvat, zonder de andere boeken van het Nieuwe Testament. Het is te zien in de schatkamer in de toren van de tussen omstreeks 950 en 1200 gebouwde kerk van het beroemde voormalige vrouwenklooster. Soms ligt het achter een kluisdeur in de sacristie. Het evangelieboek met perkamenten bladen is in de achttiende eeuw ingebonden en berust in een open te klappen doos van eikenhout die met roodbruin leer is overtrokken. De vroeger aangebrachte ornamenten van edelmetaal op de hoeken zijn niet meer aanwezig.
Voorin staat een schenkingsminiatuur die in 1174 aan het oudere handschrift werd toegevoegd door Imago, dochter van graaf Arnulf II van Loon, toen zij het pronkstuk schonk bij haar benoeming tot abdis van het vrouwenklooster te Susteren. Deze dedicatieminiatuur toont een vrouwelijke heilige, vermoedelijk de heilige Amelberga († ca 890), die de abdij heeft hersticht na de verwoesting door de Noormannen. Zij staat onder een arcade tussen twee heilige bisschoppen, meestal geïnterpreteerd als twee heilige bisschoppen van Utrecht, Gregorius en Alberic, die aan het huis van Loon verwant zouden zijn. Zij zijn patroonheiligen van de abdij en aldaar in stenen sarcofagen bijgezet. Tegenwoordig wordt ook wel gedacht dat hier de heilige apostelen Petrus en Paulus zouden zijn afgebeeld, wiens autoriteit in de kerk afstraalt op de abdis: het boek zou dan de kloosterregel zijn die zij oplegde aan de nonnen die aan haar leiding waren toevertrouwd. De linkerheilige -wie het ook is- houdt een boek in zijn arm, dat fraai gebonden is en bezet met edelstenen. Zo zou ook het evangelieboek er kunnen hebben uitgezien, toen Imago van Loon het meebracht. Het evangeliarium begint met de Canones Eusebiani: parallel-tabellen van de corresponderende passages in de vier verschillende evangeliën. Dan volgen de vier evangeliën zelf Aan elk evangelie gaat een paginagrote miniatuur vooraf waarop de evangelist en het bij hem horend symbool zijn afgebeeld. Zij zijn voorgesteld als strenge leraren met zwarte baarden. Matheus (met een engel als symbool) schrijft zittend op een beklede stoel in de vorm van een kasteel. Marcus (met leeuw) is op een troon gezeten; in de linkerhand het radeermesje om schrijffouten te verbeteren. Lucas (met stier) zit peinzend op de zetel en wacht met opgeheven ganzenveer op Goddelijke inspiratie. De evangelist Johannes (met arend) houdt de schrijfstift voor de borst en kijkt peinzend naar een hand die uit de wolken komt. De hand is het symbool van de uitdrukking van het Woord dat de wereld schiep, en de α (alfa) en ω (omega) is, het begin en einde, van alle eeuwigheid. | |
[pagina 90]
| |
De miniatuuur met de heilige Amelberga tussen de apostelen Petrus en Paulus, die aan het Evangeliarium werd toegevoegd toen het door de Abdis Imago van Loon aan het Susterense vrouwenklooster werd geschonken (1174). (Zie ook afbeelding op pagina VI).
| |
[pagina 91]
| |
De evangelisten-miniaturen zijn strak van compositie: een driehoekig tympaan met het diersymbool steunt op twee zuiltjes waartussen de evangelist troont onder twee opgenomen draperiën. De tinten zijn zwaar: vermiljoen, oker, groen, helderrood en een typisch paars-grijs. De jongere miniaturen prijken tegen een vergulde achtergrond.
Op enige bladzijden zijn later eedsformules geschreven: teksten van eden waaruit moest blijken dat adellijke ‘Jouffers’ (joffers) van de abdij op de vereiste vier, respectievelijk acht of zestien kwartieren van adeldom konden bogen, nodig voor de intrede in het ‘frijen Stijffs von Seusteren’ (Vrije Stift van Susteren). Een inventaris van de kerkschatten van de abdij staat ook in het boek. Aan de dichtheid van het schrift is te zien dat er meerdere schrijvers aan het evangelieboek hebben gewerkt. In het eerste deel staan 26 regels op één pagina, daarna worden het er 28. Er wordt nog naar gegist wáár het evangeliarium is geschreven. Het is mogelijk dat gedeelten ervan stammen uit de om haar scriptorium vermaarde abdij van het Duitse Reichenau, gelegen op een eiland in het Meer van Konstanz. Het gebruikte schrift -de zogenoemde Karolingische minuskel, een op de inscripties van de klassieke oudheid gebaseerde blokletter- kwam in de negende en tiende eeuw voor. Miniaturen en schrift tonen gelijkenis met het beroemde Evangeliarium van Lotharius (uit ± 840), dat zich in de Bibliothèque Nationale in Parijs bevindt, en met het evangelieboek van de Sint-Victorsabdij te Xanten, thans in de Koninklijke Bibliotheek Albert I te Brussel.
Het Susterense evangeliarium is, in verwaarloosde toestand, op een publieke veiling bij de dood van een pastoor in 1861, bijna voor zeven stuivers (35 cent, dus nog geen halve gulden!) verkocht. Maar een wakkere kapelaan greep tijdig in. In Susteren wordt sinds jaar en dag trots verteld, dat er ‘al een miljoen dollar is geboden’ voor de codex. Het belang voor de kerk- én kunstgeschiedenis blijkt daaruit, dat het al vaak op belangrijke tentoonstellingen in binnen- en buitenland te zien is geweest: het laatst op de grote dubbeltentoonstelling in Essen en Bonn van kunstwerken afkomstig uit middeleeuwse vrouwenkloosters (2005)Ga naar voetnoot1.. | |
Susteren, Schatkamer van de Parochiekerk van de H. AmelbergaEvangeliarium van Susteren, geïllumineerd handschrift uit de vroege elfde eeuw, met toevoegingen uit 1174 en later. |
|