Kunst van mummificeren
De Histoire générale des drogues van de reislustige kruidenkoopman en drogist Pierre Pomet (1658-1699) werd in 1694 uitgegeven in Parijs. Deze fraai geïllustreerde algemene geschiedenis van kruiden, drogerijen en medicijnen behoort tot de curiositeiten van het Natuurhistorisch Museum te Maastricht. Pomets boek, dat zo'n vierhonderd illustraties telt, bevat een schat aan gegevens over het gebruik van kruiden en aromaten in vroeger tijden.
Zo geeft Pomet een uitvoerige verhandeling over het mummificeren van lijken, waar ondermeer cederolie, asfalt en vele meters linnen aan te pas kwamen. Voor bepaalde ziekten had de auteur een verklaring die op het ogenblik hoogst merkwaardig aandoet. Zo zou gangreen veroorzaakt worden door ‘een oneindig aantal vleesetende insecten’. Hij meende dit door zijn microscoop te zien.
De schrijver was in de zeventiende eeuw in Frankrijk op kruidengebied een autoriteit, die ook goede connecties had met het hof Maar dat hielp niet altijd: toen teksten en tekeningen voor het boek, waaraan hij zoveel tijd en energie had besteed, gestolen bleken te zijn maakte hij veel stampij. Hij stapte naar de rechter en eiste schadevergoeding van mensen in Parijs die hij van de diefstal verdacht. De rechter stuurde Pomet echter weg en beschouwde de zaak als ‘een bagatel’. Er waren trouwens geen duidelijke bewijzen.
Een tragische bijzonderheid is dat Pierre Pomet de geest gaf op de dag dat Lodewijk XIV hem een pensioen toekende als dank voor bewezen diensten. Maar ook na zijn dood werd Pomet nog veel gelezen. Er verschenen een Duitse en een Engelse vertaling van zijn Histoire des Drogues. Zijn zoon, Joseph Pomet, zorgde ervoor dat in 1735 nog een bewerking van het oorspronkelijke boek kon verschijnen.