taal goed was. Maar dat is beklaaglyk! alles
heeft een Fransch accent, en dit gaat zo ver...
N. Daar zyn ze geen jota minder om; men kan die vaerzen, om dat ze
natuurlyk zyn, met een snap van buiten leeren.
O. Neef! ik word mislyk.
N. Daarom bemint hy ook de oude vertaaling van den Cid.
O. Rodrigo! wel hoe nu, rampzalig wicht! wat doe
je?
N. Ik volg de wreede klem van myn hard noodlots boeje. Om nu
dit alles uit te werken, moest men slechts in Holland een Vondel, een Hooft,
eenCorneille, enz. doen te voorschyn
komen.
O. Hunne werken verbranden, wil je zeggen?
N. Neen, neen; die baazen moeten op nieuw te voorschyn komen.
O. Om nooit gehoorde lessen by Corver te haalen?
N. Kon men dat maar uitwerken, dan zou alles van zelfs los loopen;
want vervolgens had men niets meer van nooden dan goede Spelers en
Speeleressen.
O. Dat laat zich hooren. Maar nu, die Vrienden te voorschyn te
brengen?
N. Ziet Oom niet dat dit een kleine zwaarigheid is?
O. Neen ik.
N. UE. moet den ganschen brief aandachtig leezen. Corver zegt aan
het einde dat de middelen tot herstel voor de hand zyn, en dat hy ze kent. Wel
nu, niets is dan zo gemaklyk.
O. Ei lieve!
N. Neen, zeker; niets is zo gemaklyk.
O. Dat zou de bezweering by Lukanus, die my ter loops in het
oog gevallen is, noch ver te boven gaan.