Krispyn filozoof en De belachelijke gevolgen van het dansen ener menuet (anoniem)

Vijfde toneel

godfriet, vroomaart

godfriet

 

Mijn Heer, daar is gebeld! En wilt het wel beseffen:

 

Daar is een hele hoop, met mantels, en met beffen,

 

En ronde hoeden, o, zo netjes opgeschikt.

 

En pruiken op, mijn Heer! Daar ben ik van geschrikt!

 

Ik 'loof wis, ieder pruik die weegt wel twintig ponden.

270

Zij keken ook zo zuur, net of zij hunne monden

 

Met beste wijnazijn braaf hadden opgevuld.

 

Maar nou de boodschap, Heer; ik 'loof, dat jij wel zult

 

Daar na verlangen; je hebt me al zo aangekeken.

 

Hoort nou de boodschap reis; zij moeten jou maar spreken.

 

Meer weet ik niet, mijn Heer!

[p. 107]

vroomaart

 

Wat houdt gij u dan op

 

Met zo veel woorden? Zegt! Gij rechte zottenkop!

 

Loopt spoedig heen, en laat de heren binnentreden.

godfriet

 

Ik loop al heen, mijn Heer, weest toch maar wel tevreden.