Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1720)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijNevens de vyfthien mysterien van het Roosen-kransje mitsgaders stichtelijke wereltsche liedekens
Stemme: Als ’t begint.
KOmt tot ons heyligen Geest,
Wilt in ons herte dalen,
Ontsteekt dat aldermeest
Met uwe stralen.
Want gy waerachtigh zijt,
Een yver, en Godt Almachtig,
Die onse ziel verblijd
Met liefde krachtig.
Gy zijt een schoon Fonteyn,
Oorspronck van alle deugden,
Vol van geneugte reyn,
Een Godt der vreugden.
| |
[pagina 36]
| |
Door u liefde verwermt"
Ons hert tot allen stonden,
Soo worden wy beschermt
Van alle zonden.
Verdrijft van ons het quaet,
Blijft by ons vroeg en spade,
Geeft gracy, hulpe en raet,
Door u genade.
Aensiet ons in dit dal,
Met u barmhertige oogen,
Wilt druk en tranen al,
Met Peys af-droogen.
Op dat wy tog hier naer,
U met den Vader boven,
En Godt den Soon eenpaer,
Eens eeuwig loven.
|
|