Oude ende nieuwe geestelyke liedekens, op alle de heylige dagen van't gantsche jaar
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: La Moutarde Nouvelle.XAveri, zeer kloeken Campioen,
Zegt dog wat, hoe zullen wy u vinden?
In een Schip, Boot ofte Gallioen,
In de Cajuyt, de zonden ontbinden?
| |
[pagina 78]
| |
Als een Goddelijke schigt:
g' Hebt twaalf duysen mijlen,
Met uw minne-pijlen,
Door-reyst, en ook geheel verligt,
In d' nieuwe Werelt 't geloof gestigt.
Is de rust uw alder-grootste kruys:
Dat gy by nagt, als andere slapen,
Gaat met een Bel, roept van huys tot huys;
Vrienden zent al uw Maarten en Knapen
Naar de Christelijke Leer:
Om d'Zielen te winnen,
Kinders en Slavinnen:
In dees arbeyt, roept hy : ô Heer!
't Is g'noeg troost, zent Lijden meer en meer.
Kan dan u den zwarten Indiaan,
Daar gy vermoeyt zijt zavonts van 't Doopen,
Uwen dorst en yver niet verslaan,
Dat gy Iaponien door wilt gaan loopen?
Al het geen de Zon bestraalt,
Travancor divinen,
't Rijk van Amboinen,
Uw vluggen Geest niet en bepaalt:
China heeft uw leven afgemaalt.
Waarom dood en heb je niet gespaart
Die heeft tien-maal hondert duysent menschen
Bekeert? en haar Zielen zoo bewaart;
Uw Heerschappy en kost niet verssenschen
Het vleesch, dat nooyt was bevlekt,
Dat God wou bewaren,
En daar door verklaren
Dat hy geleert had onbevlekt,
Die zoo veel Dooden hadde verwekt.
|
|