Oude ende nieuwe geestelyke liedekens, op alle de heylige dagen van't gantsche jaar
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStem: Grooten God der Menschen.HOewel moet hem lusten,
Die by d'Heer mag rusten,
Namaals in eeuw'gheyt;
Daar d' Engelen zeer vuurig,
Loven God geduurig, &c.
In volle vroolijkheyt.
Negen Chooren loven
God den Heer hier boven;
Al die zijn ontrent
Prijsen de Godheyt kragtig,
Drievuldig eendragtig, &c.
Met zangen zonder ent.
| |
[pagina 48]
| |
d' Opper van dees negen
Heeft van d' eer verkregen
Te zijn d' Eng'len Prins;
Hierom wy hem nu eeren,
Zeer zijn lof vermeeren, &c.
En prijsen allesints.
Gods Kerk die eert mede,
In de eerste stede,
Boven d' Eng'len snel;
Gestelt in 's Hemels Throone,
Op 't heerlijkst ten thoone, &c.
Den Engel Michaël.
Michaël Gods beminde,
Uw lof is niet te vinde,
Om te prijsen wel;
Gy zijt by God verkooren,
In den b'gin hier vooren, &c.
Den oppersten Engel.
Gy wort van ons heden,
Geviert en gebeden,
Gods boô Aarts-Engel:
Ik bid wilt voor ons strijden,
Nu en t'allen tijden, &c.
O Heyl'ge Michaël.
|
|