Oude ende nieuwe geestelyke liedekens, op alle de heylige dagen van't gantsche jaar
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijOp de wijse; Philis quam Philander tegen.
| |
[pagina 11]
| |
Over straat, die zag 't Schavot;
Zy alleen ging triumpheeren
Over haar getrokken lot:
Strooyt roo, &c.
Nooyt en zagmen Bruyt zoo tragten
Na 't verlangde Bruylofts-bed
Als het reyne Lam wel jagten
Na de doot, voor Christus Wet:
Strooyt roo, &c.
Iesus Heer 'k en ben 't niet waardig,
Och hoe kom ik aan 't geluk!
Nu Scharp-regter maakt u vaardig,
Waar toe dient dit lang verruk?
Strooyt, &c.
Ach hoe was de Beul te moede!
Ach hoe reden hem de leen!
Eer hy 't halsje dorst bebloede,
Eer hy 't hoofje kreeg beneen:
Strooyt, &c.
d' Armen Man bestont te baren
Met veel schrikkelijk gelaats,
Om het Meysjen te vervaren;
Maar eylaas 't en had geen plaats!
Strooyt. &c.
Zal ik dan mijn Sabel schaarden!
Zal mijn hant dan zijn zoo stout!
Om een hals van zulken waarden!
Min dan derthien jaaren out?
Strooyt, &c.
Agnes hoor eens hoe de menschen
Hier rontsom uyt goeder deugt,
Naar uw Egt, en leven wenschen:
Spaart tog u gebloemde jeugt!
Strooy, &c.
Swijgt gy raat ter quader trouwen,
Dit waar al te onbeleeft;
Met dien Bruyd'gom wil ik houwen
Die my eerst verkooren heeft:
Strooyt, &c.
Doet uw ampt, waar is den Degen
| |
[pagina 12]
| |
Die my door een korte doot,
Al te op-gehoopten zegen
Storten zal in d' open schoot?
Strooyt, &c.
Hier mee stontse, bad, en boogse
Onder 't zwaart het teere vleys:
't Hooft viel af; maar opwaarts vloogse
Met de Ziel naar Gods Paleys:
Strooyt roo Roosen, Lelien-blaan,
Agnes heeft den strijt voldaan.
Maar nu zy haar strijt volstreden
En ontfangen heeft de Kroon,
Wil zy ons door haar gebeden
Gunstig zijn by Godes Zoon,
Dat wy ook door ons loop-baan
Eens met haar te Buyloft gaan.
Amen Agnes, God wil geven,
In wiens oogen gy behaagt,
Dat wy ook zoo lijtsaam leven,
Bid dit voor ons waarde Maagt;
Dat wy dese zelve baan
Eens met u ter Bruyloft gaan.
|
|