Oude ende nieuwe geestelyke liedekens, op alle de heylige dagen van't gantsche jaar
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: Ik drink de nieuwe Most.Agnes getrouwe Maagt,
Door liefde die gy draagt
Tot uwen Heer, gy blijft aan hem gehegt,
Door d'eerste liefde zoo geheel opregt:
Wie dat u komen aan
Weet gy zeer haastelijk weer af te slaan,
Die gy bemint is schoon en edel,
Wijs, magtig en goet,
In rijkdom overvloet.
Agnes van waar komt gy,
| |
[pagina 13]
| |
Zoo wijs, stadig en bly?
Zoo jong bejaart? ik zie in uw gemoet
Dat uw hert leeft in vreugden overvloet;
Daarom en agt gy niet
Al 's werelts gift en eer, die u geschiet,
Den hoogsten Heer kan u versaden;
Niemant is gelijk
Aan hem in't Roomsche Rijk.
O Bloem! ô Roomsche jeugt!
Te regt gy u verheugt
In uw present, waar op gy draagt uw' rom,
Door het cieraat van uwen Bruydegom;
Die schoon Karrekant,
Ende Oor-ringen tot een onderpant:
't Rootverwig k'leur aan uwe wangen
Toont uw' liefde groot,
Als gy uw bloet vergoot.
Verkrijgt ons zuyver Maagt,
Dat God die gy behaagt,
Ons zoo bemint, dat wy gedagtig zijn
De goede inspraak die hy schenkt aan mijn;
Waar mede hy ons trekt,
En zijne liefde zoo geheel ontdekt,
Dat wy getrouw in Iesus Liefde
Mogen blijven staan,
Gelijk gy hebt gedaan.
|
|