Oude ende nieuwe lof-zangen, die gemeenlyk gezongen worden op de geboorte ons heeren Jesu Christi, van kers-nagt, tot Maria Ligtmisse toe
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: Windeken daar het Bos af drilt.KIndeken teer, hoe legt gy hier?
Heeft Bethlehem voor u geen vier?
Hemels Geesten,
Minst en meesten,
Haalt een kool uyt 's Hemels Zaal,
En doet ons branden altemaal.
O grooten God van Israël,
Zeeker gy legt hier niet wel;
Uw teer leden,
Versch besneden,
| |
[pagina 86]
| |
Lijden hier te groote smert:
Komt neemt uw rust-plaats in mijn hert.
Kindeken zoet, en schreyt niet meer.
Gy zijt ons nieuw gebooren Heer,
Ons lief Broertje:
Ik een Boertje,
Zal u dienen zoo getrouw,
En u wat halen voor de kouw.
Hoe komt 't Heer datje niet en spreekt?
Hier is zoo veel dat u ontbreekt:
Ik ga loopen,
Haastig koopen
Boter, Broot, Kaas, Melk en Meel,
Zuyker, Zyroop, Koek, Pijp-kaneel.
Moedertje is sta hier en gaap,
My dunkt uw Zoontje by naar slaapt:
Ik zal speelen, Zoetjens veelen,
Zingen na, na, slaapt met lust;
Ik wensch den jongen Koning rust.
Zuyvere Maagt zoo 't u belieft,
Eer dat wy gaan ons dog gerieft:
Wilt ontwinden,
Ons Beminden,
Om te kussen zijn Voetjens teer,
Die wy kennen voor God en Heer.
|
|