2 Hooftstick.
Vande bovckhovding der dispense vande Fortificatie, ende eerst vandeghemeene Officiers der selve, metsgaders de manier van besteding en anneming der wercken.
DE ordinaris Officiers die tot alle welgeformeerde dispensen behoorē, daer int 2 Hooftstick der Vorstelickedispense int ghemeen af geseyt is, verstaen sich hier oock tot dese dispense der Fortificatie noodich: Ende is te weten dat in plaets des geens die wy int gemeen Dispensier noemen, hier eenen gebruyckt wort diemen Commis heet, doch Dispensiers werck doet, als bouwing besteden, materialen coopen, daer af rekening doen en contabel sijn, hebbende tot hulpe een Commis vant magasijn (gelijck den Dispensier der keuckē een Gardemenge heeft) om de materialē te bewaren en distribueren. Voort een Bouchouder, Tresorier en Controlleur, oock mede een Superintendent, als den Gouverneur aldaer, of ymant anders die (ghelijck een Hofmeester in sijn bewint) gemeen bevel en toesicht heeft, onderteyckenende dagelicx metten Controlleur alle dingen die versche ghedachtenis vereysschen, en ander daer hy kennis af heeft, ghelijck hier na breeder gheseyt sal worden.
Merct noch dat hoewel het in sommige cleene wercxkens, en by Bouwers van cleen vermeugen, niet oirboir en waer al de boveschreven Officiers te gagieren, nochtans ist goet te verstaen de gemeene regel van t'gene mē in groote wercken oirboir bevint, om inde cleene de selve gemeene regel soo na te commen alst de omstandigen toelaten, verkiesende sulcke persoonē uyt Ingenieurs, Conducteurs van wercken, of sulcke diet benevens wat anders voor een selve gage doen, oft immers voor cleene verbetering.
Angaende de bestedinghen en anneminghen der wercken van Fortificatie,