Cortbegryp deser bovckhovding der dispensen.
HJer vooren beschreven sijnde de generale bouckhouding int ansien vande incommende penningen der Finance extraordinaire, vergaert deur particuliere ontfanghers, en by de selve ghelevert anden generalen, vvelcke daer af in sijn generale rekening maeckt sijnen ontfanck, en die vveder brengt in uytgave, met sulcke groote sommen als hy geeft ande particuliere Tresoriers, om daer me te doen betaling der dispensen vant oorloch inder voughendat de particulariteyten van dien inde voorschrevē generale bureelsche rekening, noch oock inde generale Italiaensche bouckhouding niet en vallen, soo rester nu noch int besonder te beschrijven de bouckhouding der selve dispensen, dienende onder anderen op dat Bouckhouders in coomschap op de Jtaliaensche vvijse, die hun mochten vvillen begheven tot sulcke bouckhouding, sonder nochtans daer in ervaren te vvesen, eenighe kennis meughen hebben van t'gene daer omme gaet, en om hun bouckhouding eyghentlicker te schicken na den eysch van dien. Hier af salick beschrijven de navolghende Hooft sticken.
Het eerste vande verscheyden voornaemste specien der dispensen in extraordinaire Finance.
Het tvveede vande bouckhouding der dispense vande Fortificatie, ende eerst vande ghemeene Officiers der selve, metsgaders de manier van besteding en aenneming der vvercken.
Het derde vant stellen ten Iornale der bestede vvercken, metsgaders ghecochte vvaren der Fortificatie.
Het vierde vande bouckhouding der dispense vande amonitie van oorloch.
Het vijfde vande ghemeene manier en form gebruyct in bureelsche rekeninghen vande magasinen der amonitie van oorloch, en hoemen eenighe svvaricheyt daer in soude connen voorcommen: Metsgaders besluyt vande bouckhouding op de rest der dispensen van Finance extraor dinaire, als der Artillerye, Vivers en, Zeesaken.
Het seste vande eerste incomst en laetste uytganck, anders gheseyt begin en einde des eygendoms der vvaren, voorvallende inde dispensen soo Vorstelicke als van Finance extraor dinaire.
Het sevende van het ver moeden der oudtheyt des bouckhoudens.