Corrtbegryp deser vorstelicke dispense.
HIer vooren beschreven sijnde de bouckhouding in het ansien vande incommende penninghen der Domeine vergaert deur particuliere Rentmeesters en by de selve ghelevert anden generalen, vvelcke daer af in sijn generale rekening maeckt sijnen ontfanck, en die vveder brengt in uytgave met sulcke groote sommen als hy gheeft ande particuliere Tresoriers, om daer me te doen betaling der dispensen, inder vougen dat de particulariteyten van dien inde voorschreven generale bureelsche rekening noch oock inde generale Jtaliaensche Bouckhouding niet en vallen, soo rester nu noch int besonder te beschrijven de bouckhouding der selve dispensen, dienende onder anderen, op dat Bouckhouders in coomschap op de Jtaliaensche vvijse, die hun tot sulcke bouckhouding mochten vvillen begheven, sonder nochtans daer in ervarente vvesen, eenighe kennis meughen hebben van t'ghene daer omme gaet, en om hun bouckhouding eyghentlick te schicken na den eysch van dien: VVelcke vvesende vande Vorstelicke Hofhouding, ick heetse Vorstelicke dispense, tot onderscheyt van alle ander specien der dispensen. Hier afsal ickbeschrijven de navolghende Hooftsticken.
Ten eersten vande eyghenschappen der Vorstelicke dispensen int ghemeen, en van haer verscheyden specien. |
Ten tvveeden vande ordinaris Officiers die tot een vvelgheformeerde dispense behooren. |
Ten derden van d'oirden der saken van rekeninghen de dispense int ghemeen angaende. |
Ten vierden vande bouckhouding der dispense vande Keucken, en eerst van comptabel en incomptabel goeden der selve. |
Ten vijfden van het stellen der partyen int Jornael en Schultbouck vande dispense der Keucken. |
Ten sesten vande distributie der comptabelleeftocht inde dispense vande Keucken. |
Ten sevenden vande bouckhouding der dispense vande Stal, Iacht, s'Heeren camer, Rekencamer, des Ghebous, en der Garden. |
Ten achtsten verhael op de oirden der betaling van gagen. |