Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen
(1608)–Simon Stevin– Auteursrechtvrij
[pagina 45]
| |
[pagina 46]
| |
Cortbegryp Deser Bouckhouding in Domeine.ANghesien t' einde der beschrijving deser Bouckhouding streckt om te bevoorderen soo veelick can, datter een ghemeen dadelick ghebruyck uyt mocht volghen, en dat sulcx bequamelick uytgherecht can worden deur ervaren Bouckhouders in coomschap op de Italiaensche wijse, doch dat menighe van hemlien hun in rekeninghen van Domeine of Finance noyt geoeffent en hebben, nochtans daer af wat kennis souden behouven, om beter te verstaen de redenen der ghene daerse dies angaende me te handelen souden hebben, en om hun bouckhouding eyghentlick te schicken na den eysch van Domeine, soo heeft my oirboir ghedocht daer af wat int corte te beschrijven als volght: De Finance wort ghemeenelick in tween ghedeelt, te weten ordinaire als Domeine, ende extraordinaire (ghelijck daer afbreeder verclaring ghedaen sal worden inde bepaling des volghenden 1 Hooftsticx) hebbende elck van dien hun Rentmeesters oft Ontfanghers over de incommende penninghen, ende hun Tresoriers over de uytgaende door dispensen. Maer want de bouckhouding der selve dispensen eenich besonder insicht heeft anders dan die der Rentmeesters en Ontfangers, so sullen wy daer af met onderscheyt schrijven. Ten eersten de bouckhouding int ansien der voorschreven incommende penningen deur Rentmeesters, gheseyt bouckhouding in Domeine. Ten tweeden bouckhouding vande dispensen deur Tresoriers, die wy Vorstelicke dispensen noemen: En daer na vande Finance extraordinaire met haer dispensen. Angaende de voor schreven bouckhouding in Domeine, welcke hier eerst voorghenomen wort, die salick in thien Hooftsticken vervaten: Eerst bepalende Finance met haer specien. Ten tweeden vande ghedaente en omstandighen der Rekencamers en Penningmeesters, voor soo veel als een beginnende Bouckhouder in Domeine noodich schijnt. Ten derden vande form der Penningmeesters rekeninghen in Domeine en Finance. Ten vierden van wat ghedaente en beteyckening in dese bouckhouding van Domeine ghenomen wort capitael en Cassier. Ten vijfden de manier vant stellen der partien int Iornael van Domeine. Ten sesten de manier der oversetting uyt het Iornael int Schultbouck van Domeine. Ten sevenden voorbeelt van Iornael en Schultbouck in behoirlicke form beschreven. Ten achtsten vande Staetmaking en boucksluyting in Domeine. Ten neghenden vande bouckhouding in Domeine met grooter bewint dan deur eenen Bouckhouder can uytgherecht worden. Ten thienden: Vraghe oft oirboirder waer de Penningmeesters haer rekeninghen ten bureele te leveren en sluyten na d'oude manier, of na stijl van bouckhouding op de Italiaensche wijse. |
|