Wisconstighe gedachtenissen. Deel 4: van de weeghconst
(1605)–Simon Stevin– Auteursrechtvrij
[pagina 57]
| |
Tweede bovck der weeghconst,
| |
[pagina 59]
| |
In t'eerste bouck hebben vvy tot het beschrijven der vvichtighe ghedaenten, ghenomen een pylaer (voldoende aldaer het voornemen) diens svvaerheydts middelpunt door ghemeene vvetenschap bekent is; maer in veel ander lichamen en ghebeuret niet alsoo, vvel is vvaer dattet door een corte ghemeene reghel in allen vverckelick te vinden is, so door t'eerste voorstelderGa naar margenoot⋆ VVeeghdaet blijckensal, maer met deGa naar margenoot⋆ VVisconstighe vinding ist anders gestelt; Daer af heeft eerst geschreven Archimedes inplatten, ende naer hem Frederic Commandin in lichamen: VVy sullen tottet een en t'ander (overmits het eenGa naar margenoot⋆ afcoemst van beginselen is, by de voorgaende vveldienende, ende tottet volg ende, so vvel Watervvicht, als Weeghdaet, seer noodich) het onse voughen, ende alles naer onse oirden verspreyden, daer af beschrijvende der Beginselent vveede bouck. VVat deGa naar margenoot⋆ bepaling en belangt vande Meetconstigeformen, die bygevalle hier ymant begheeren mocht, vvy nemen dieGa naar margenoot⋆ door t'gestelde voor bekent uyt deGa naar margenoot⋆ Meetconst; Alleenelick dit daer af seggende, dat vvy t'vvoort Parabola, ofte Rectanguli coni sectio, beteeckenen met Brantsne: Ende Conoidale Rectangulum, met Brander; Reden, dat dier formenGa naar margenoot⋆ daet voornamelicxt bestaet int ontsteken ofte branden. |
|