Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschrift
(1608)–Simon Stevin– Auteursrechtvrij
[pagina 85]
| |
Vierde bovck des eertclootschrifts, van de zeylstreken. | |
[pagina 86]
| |
CortbegrypGa naar margenoot+ der zeylstreken.WAnt de menichvuldighe vvyde zeylagen deser landen verscheyden souckers veroirsaeckt hebben, van vonden streckende tot voordering der groote zeevaerden, die elck verthoonde an sijn Vorstelicke Ghenade als Admiral, om daer me tot hun voordeel te gheraken: Soo is de stof desGa naar margenoot* Zeeschrifts een der besonder oirsaken ghevveest, die hem track totte begheerte en oeffening derGa naar margenoot* VVisconsten: Sulcx dat hy deursien heeft al het oirboirste en diepsinnichste dat van die stof mijns vvetens ghehandelt vvort. Vant'selve Zeeschrift nemen vvy voor ons hier te beschrijven dit vierde bouck vande Zeylstreken, vvaer achter noch volghen sal den handel vande Havenvinding, en oock van Ebbenvloet, overmits vvy daer in vvat besonders hebben, dat in dese vvisconstighe ghedachtnissen sijn plaets vereyscht. Angaende de rest des Zeeschrifts, daer toe verstrecken hem tot ghedachtnis verscheyden boucken van die stof handelende, en door hem oversien. Dese beschrijving der Zeylstreken, sal na vier noodigheGa naar margenoot⋆ bepalinghen der eyghen vvoorden, begrijpen 11 voor stellen, vvelcker tvvee eerste sijn van rechte Zeylstreken, d'ander van cromme. VV aer achter noch volgen sal een Anhang der Cromstreken. |
|