Oud en nieuw over Joost van den Vondel
(1932)–J.F.M. Sterck– Auteursrecht onbekendVerspreide opstellen
[pagina 118]
| |
Dateering van een paar Vondel-portretten.Twee portretten van Vondel, die hem zeer persoonlijk uitbeelden, zijn nog niet geplaatst kunnen worden op het juiste jaar van vervaardiging, en wachten nog op de aanwijzing der aanleiding van hun ontstaan. Ik bedoel de merkwaardige ‘hamer-gravure’, ‘opus mallei’ door den zilversmid J. Lutma Jr, en de typische teekening, vermoedelijk van Jan Lievens, die in de prentenverzameling van Teylers Museum te Haarlem bewaard wordt. Tusschen deze twee afbeeldingen van den dichter valt een treffende overeenstemming op te merken, die het vermoeden wekt, dat zij in hetzelfde jaar, ja, kort na elkander gemaakt moeten zijn. Die van het Teylers Museum stelt Vondel voor gekroond met een lauwerkrans. Hij is deftig gekleed, want hij draagt een tabbaard met bonten kraag, zooals magistraatspersonen. Op zijn onderkleed ontbreekt evenwel de platte linnen kraag, waarmede hij gewoonlijk wordt afgebeeld. Onder de oorspronkelijke teekening is het volgende versje van Pieter Langendijk geplakt, ook voorkomende in zijn ‘Gedichten’, Haarlem, 1751, III, bl. 143, waarin de aanleiding voor dit portret duidelijk wordt aangegeven: Zoo kroont Jan Lievenszoon, de Leidsche Titiaan,
My op Sint Lukasfeest met Febus Lauwerblaên.
Het brein is zwanger van een dankgedicht te baaren.
Maal bij dees krans mijn lier, dan hoort gij Vondels snaaren.
De teekenaar en de aanleiding van dit portret zijn dus als volgt te verklaren. Op 20 October 1653 is aan Vondel een hartelijke en spontane hulde gebracht in een vergadering op de Kloveniersdoelen, van meer dan honderd kunstenaars, leden van het St. Lucas-Gilde te Amsterdam. Een der kunstbroeders, als Apollo verkleed, heeft | |
[pagina t.o. 118]
| |
VONDEL DOOR J. LUTMA Jr. ± 1653 (‘OPUS MALLEI’)
Hamergravure | |
[pagina 119]
| |
den ouden dichter toen een lauwerkrans op het hoofd gezet en hem in een gedicht toegesproken: Myn Zoon ghy zult hier met myn Lauwre pralen,
zoo luidde een vers; en het slot was: Men wyd aan U, onsterflyckheyt, en lof,
En leeft altoos in heylige Lauwrieren.
Jan Lievens heeft dit oogenblik vereeuwigd door Vondel af te beelden met den lauwerkrans gekroond. Hij heeft de uitdrukking van Vondels gelaat opvallend juist naar het leven weergegeven met den blik van iemand, die zijn waardigheid tracht op te houden tegenover de rumoerige feestelingen, en den teekenaar aanstaart met een ernstig oog vol spot. Maar zeer nauw verwant aan het portret door Lievens, is de ‘hamergravure’ door Jan Lutma, den edelsmid, van Vondels buste gemaakt. Het is onnoodig op alle bijzonderheden te wijzen, waaruit dit blijkt; een vergelijking der beide portretten met elkander toont dit voldoende aan. In de lijst van Vondels portretten, door J.A. Alberdingk Thijm afgedrukt in de Aanteekeningen bij zijn ‘Portretten van Vondel’, wordt het portret van Teyler niet vermeld; wel de gravure van Lutma, die op ‘1665?’ wordt geplaatst. Met zekerheid kan het jaar niet worden aangewezen, ook niet in vergelijking met de drie andere ‘hamergravures’, waarin J. Lutma Jr. verschillende portretten uitvoerde, n.l. van P. Cz. Hooft, van J. Lutma den vader en van J. Lutma Jr., dus van zich zelf. Dit laatste draagt het jaar 1681. Maar de overeenstemming met de teekening van Lievens stelt het portret door Lutma met vrij veel zekerheid op 1653-1654. Blijkbaar hebben bij gelegenheid van de huldiging door S. Lucas,Ga naar voetnoot1 | |
[pagina 120]
| |
zoowel Jan Lievens, als Jan Lutma Jr. den grooten dichter afgebeeld, ieder door zijn eigen kunst. Vondel was, in 1653, 66 jaar oud. De Vondel-Tentoonstelling van 1879 had een portret van Vondel op 67-ajrigen leeftijd en alzoo vervaardigd in 1654. Borstbeeld rechts. Op een zilveren penningplaat (door J. Lutma?). Met omschrift: ‘Justus Vondelius. Poeta. aetat. suae 67’. Beschreven bij V. Loon, Beschrijving der Nederl. Historiepenningen. III, 283. I. Het jaar van deze penningplaat, en de voorstelling van Vondel duiden ook weer op verwantschap met het ‘opus mallei’, de hamergravure van J. Lutma Jr. |
|