‘De Waterwolf’ met onderwijzerswoning (Kromme Spieringweg 436; 1866). Bij de Augustinuskerk staat de voorm. R.K. lagere school met onderwijzerswoning (Kromme Spieringweg 400; 1923, A. van Schaik).
Boerderijen. Uit de 19de eeuw dateren de L-vormige boerderij Schapenburg (Spieringweg 536; circa 1860) en de rond 1880 gebouwde stolpboerderijen Kromme Spieringweg 274 en de Dageraad (Kromme Spieringweg 402). De Paulina Agneta Hoeve (Cruquiusdijk 95; circa 1920) heeft een villa-achtig woonhuis.
Het voorm. graanpakhuis (Kromme Spieringweg 458-460) kwam rond 1890 tot stand met tuitgevels. Een sierspant heeft het in 1909 toegevoegde woonhuis Kromme Spieringweg 462.
Het voorm. station (Spieringweg 510) werd in 1911-'12 gebouwd voor de Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij aan de lijn Haarlem-Hoofddorp-Leiden. Na de sluiting in 1936 heeft men het wit gepleisterde tweelaagse gebouw verbouwd tot woning.
De voorm. melkwinkel Kromme Spieringweg 440 dateert uit 1919.
De
ophaalbrug over de Haarlemmermeerringvaart (tegenover Vijfhuizerdijk
Vijfhuizen, Gemaal Cruquius
42) is een van klinknagels voorziene stalen brug uit 1930.
Het voorm. fort bij Vijfhuizen (bij Spieringweg 613) werd als omgracht fort van de Stelling van Amsterdam aangelegd ter verdediging van een acces (Haarlemmermeerringvaart). Met een aardwerk uit 1890 kwam het fort verder tot stand in 1894-'97. Het langgerekte bomvrije hoofd- en voorgebouw (met observatiekoepel) wordt geflankeerd door afzonderlijke hefkoepels. Bij dit aan het begin van de dwars door de Haarlemmermeer lopende Geniedijk gelegen fort ligt een nevenbatterij (1903). De damsluis in de Haarlemmermeerringvaart (tegenover Vijfhuizerdijk 70) bestaat uit enkele gemetselde pijlers met schotbalksponningen (1889).
Het voorm. gemaal ‘Cruquius’ (Cruquiusdijk 27), gelegen ten zuidwesten van Vijfhuizen, werd in 1843-'49 gebouwd als een van de drie stoomgemalen voor de drooglegging van de Haarlemmermeer. Het gemaal bestaat uit een torenvormige ronde machinekamer met gepleisterde kantelen en een ketelruimte met gietijzeren vensters en een schoorsteen, alles uitgevoerd in Willem II-gotiek naar ontwerp van J.A. Beijerinck. Voor het ontwerp van de machinerie werd hij geassisteerd door de Engelsen J. Gibbs en A. Dean. Een imposante verticale stoommachine (Harvey & Co.) drijft acht door het gebouw heenstekende smeedijzeren balansen aan (Van Vlissingen & Dudok van Heel), die vervolgens acht buiten geplaatste zuigerpompen (Fox & Co.) in gang zetten. Deze zuigerpompen voeren het water uit de Kruisvaart ruim vijf meter omhoog op een rond de toren gebouwde zogeheten stortvloer, vanwaar het water in de Haarlemmerringvaart stroomt.
Na beëindiging van de drooglegging (1852) bleef het gemaal tot 1933 in gebruik, waarna het als een van de eerste Monumenten van Bedrijf en Techniek werd beschermd. Sindsdien zijn de zes ketels uit 1888 verdwenen, maar de stoommachine kan voor museale doeleinden hydraulisch in beweging worden gezet. Het als museum dienende gemaal herbergt ook onderdelen van andere stoomgemalen. De vroegere opzichterswoning (Cruquiusdijk 29; circa 1849) is in gebruik als theehuis.