Ursem
(gemeente Wester-Koggenland)
Dorp, ontstaan in de 11de eeuw als veenontginning. De oorspronkelijk bij de kerk gelegen nederzetting verplaatste zich later zuidwaarts naar de Westfriese Omringdijk (Walingsdijk). Na de Tweede Wereldoorlog is het tussenliggende gebied bebouwd.
De Herv. kerk (Kerkpad 4) is een zaalkerk met blokbepleistering, lisenen en rondboogvensters. In de houten dakruiter boven de voorgevel hangt een door Johan Nicolaas Derck gegoten klok (1733). Deze neoclassicistische kerk kwam in 1846-'47 tot stand naar ontwerp van E. de Kruyff ter vervanging van een kerk uit 1659. Het interieur bevat een door M. Maarschalkerweerd gebouwd orgel (1894) met neo-Lodewijk XVI-kast.
De pastorie (Kerkpad 1; 1859, H. Linse) heeft een hoger opgetrokken middenrisaliet en een met Oegstgeester pannen belegd dak.
De
R.K. St.-Bavokerk (Noorddijkerweg
Ursem, Dijkwoning Walingsdijk 10
1) is een bescheiden driebeukige kerk met driezijdig gesloten apsis, ingangsportaal en een slanke toren. Deze kerk werd in 1920-'21 gebouwd naar een ontwerp met rationalistische details van A.J. Kropholler en verving een kerk uit 1856. Binnen zijn de muren en het koorgewelf rijk beschilderd. Het hoofdaltaar en de preekstoel met gemetselde kuip dateren uit de bouwtijd. Vóór de kerk staat een opvallend sierlijke gedenksteen voor J. Ruyter († 1944).
De stolpboerderij Noorddijkerweg 11 werd mogelijk gebouwd rond 1800 en heeft middenvoor een houten klokgevel. De buitenmuren zijn in de tweede helft van de 19de eeuw vernieuwd.
De houten dijkwoning Walingsdijk 10 is een dwars geplaatst pand uit circa 1850 met platte Friese dakpannen.
Het voorm. stoomgemaal ‘De Ruyter’ (Drechterlandsedijk 26) werd in 1878 gebouwd en rond 1930 van zijn schoorsteenpijp ontdaan.