Schagen
Dorp, ontstaan in de vroege middeleeuwen op een natuurlijke verhoging waar terpen werden opgeworpen. Bij een driesprong van wegen (Noord, Loet en Hoep) vormde zich een nederzetting, die in 1415 stadsrechten kreeg. Deze rechten werden in 1427 bevestigd door Willem van Beieren, een bastaardzoon van graaf Albrecht van Beieren en stichter van het Schager kasteel. In 1463 ontving Schagen marktrechten, maar ook dit leidde niet tot een stedelijke ontwikkeling. Wel vervulde Schagen na de inpoldering
Schagen, Kasteel
van de Zijpe- en Hazepolder (1596-'97) en de Wieringerwaard (1610-'12) een regionale marktfunctie. Eind 17de eeuw beleefde het een economische bloeiperiode en opnieuw na de aanleg van de spoorlijn Alkmaar-Den Helder (1865) en de tramlijn naar Alkmaar (1913). In 1935 werd de gracht aan de Loet en de Laagzijde gedempt (Gedempte Gracht). Een eerste uitbreiding tussen kerk en station werd na de Tweede Wereldoorlog gevolgd door grote uitbreidingen aan noord-, west- en zuidzijde.
Het kasteel (Slotplein 4) bestaat uit twee ronde hoektorens en een modern hoofdgebouw op een omgracht terrein. Het kasteel werd rond 1394 gesticht door Willem van Beieren en in 1427 door hem verbouwd. Belegeringen volgden in 1477 en 1517. In 1658 kreeg George van Cats het kasteel in bezit en hij liet het verbouwen en de poorttoren slopen. In de 18de eeuw werd het kasteel eigendom van de graaf van Oultremont, die rond 1750 op de voorburcht aan de Markt een tweelaags gebouw met middenrisaliet liet oprichtten: het huis Vredelust (Markt 22), nu Igesz Slot-hotel. Na schade in 1799 werd het kasteel in 1821 door de graaf verlaten, waarna de ruïne in 1826 werd gesloopt op de beide 15de-eeuwse torens na. Deze gingen dienen als cachot en cipierswoning. Het hoofdgebouw is in 2001-'02 in oude hoofdvorm herbouwd.
De
R.K. St.-Christoffelkerk (Molenstraat 2) is een forse driebeukige
Schagen, Herv. kerk
basilicale kruiskerk met vijfzijdig gesloten koor en een toren van drie geledingen met ingesnoerde naaldspits. Deze neogotische kerk verrees in 1881-'83 naar ontwerp van A. Tepe en verving een in 1853 verbouwde 17de-eeuwse schuilkerk. In de rijzige toren hangen klokken van de klokkengieters Herman (1478), Johannes van Bremen (1512) en Petit & Fritsen (1867). De barokke preekstoel (1738) komt uit Antwerpen. F.W. Mengelberg vervaardigde het hoofdaltaar en de kruiswegstaties (beide circa 1883). Verder bevat de kerk een door J. Nicholson voor de St. Mary Magdalene kerk te Worcester (GB) gebouwd orgel (1882, overgebracht 1981). Het kerkhof heeft diverse grote graftekens, waaronder dat van J.B. Dorbeck († 1867) met marmeren grafkruis op postament.
De Herv. kerk (Markt 23a) is een brede kerk met lage aanbouwen, driezijdig gesloten dwarsschip en een koorgedeelte met daarin een catechisatie- en consistoriekamer. De toren heeft twee geledingen, een balustrade en een achtzijdige spits voorzien van een opengewerkte lantaarn met carillon. Nadat de oude kerk uit 1460 in 1895 door brand was verwoest, kwam deze neorenaissance-kerk met neogotische details (venstertraceringen) in 1895-'97 tot stand naar ontwerp van J.A.G. van der Steur. Bij herbouw is de kerk een halve slag gedraaid. De in 1978 gerestaureerde kerk bevat een Van Dam-orgel (1900).
De voorm. Geref. kerk (C. Bokstraat 1) is een traditionalistische zaalkerk met kleine dakruiter, gebouwd in 1938 en sinds 1975 in gebruik als Doopsgez. kerk.
Het voorm. postkantoor (Laan 21), een wit gepleisterd eclectisch pand met flauw hellend dak, dateert uit circa 1875.
Het voorm. kantongerecht (Landbouwstraat 1) is een tweelaags pand met neorenaissance-elementen en speklagen, gebouwd in 1879-'81 naar ontwerp van rijksbouwmeester J.F. Metzelaar.
Scholen. De R.K. lagere St.-Aloysiusschool (Nieuwe Laagzijde 250) is een L-vormige school voor jongens en meisjes uit 1921. De in 1930 gebouwde tweelaagse openbare lagere Julianaschool (Julianalaan 2) heeft een haaks aangebouwd gymnastieklokaal.
Het voorm. raadhuis (Markt 18)