in 1990-'95 (T. de Haan) vervangen door kleine rondboogvensters in romaanse stijl. Toen is ook het in 1828 afgebroken koor herbouwd. Het in 1937 ontpleisterde kerkinterieur bevat een vroeg-18de-eeuwse preekstoel en een rond 1900 te Velsen gekocht kabinetorgel met beschilderde luiken, gebouwd in 1762 door Jacob Engelbert Teschemacher.
Het zogeheten M.U.Z.-park (Gemeenelandsweg e.o.) kwam in 1925-'28 tot stand voor het hoger personeel van de Maatschappij tot Uitvoering van de Zuiderzeewerken. De directieleden A. Bos en G.A. van Hattum betrokken de met riet gedekte dubbele villa Gemeenelandsweg 116, ingenieur Algra het vrijstaande huis Gemeenelandsweg 110 en voor de werkbazen waren er de arbeiderswoningen Gemeenelandsweg 94-108 en 128-130.
Stroe. Dit gehucht ten westen van Oosterland ontstond in de middeleeuwen bij een aan St. Willibrordus gewijde kerk (gesloopt 1878), waarvan het tot Alg. begraafplaats omgevormde kerkhof resteert (Stroeërweg ong.). Kenmerkend voor Wieringen zijn de boerderijen met langgerekte tweevaksschuur met daarin een van de buitenzijde bereikbare hooischuur (grondtas) en wagenstik (wagenschuur). Deze wordt geflankeerd door een smaller, lager deel (uutlid) en een achterhuis (koestal) dat overgaat in de uitbouw van het woongedeelte (boveneerd en voorhuis; beide met bedstedewand). Tegen de tweevaksschuur staat de ‘darsk’ (deel) met uitgebouwde schoorsteen. Dit boerderijtype is het best herkenbaar bij de museumboerderij ‘Jan Lont’ (Stroeërweg 39) uit 1854. Andere voorbeelden zijn Stroeërweg 5-7 (mogelijk 18de-eeuws), 29 (circa 1875) en 37 (circa 1900).