Landsmeer
Dorp, ontstaan in de 12de eeuw als veenontginning aan een watergang en weg.
Dit in 1326 voor het eerst vermelde dorp groeide uit tot een langgerekt tweezijdig lintdorp (Zuideinde-Dorpsstraat-Noordeinde). De afname van het areaal grasland
Landsmeer, Woonhuis Dorpsstraat 37
door vervening leidde ertoe dat men zich na 1860 op de pluimveehouderij ging toeleggen. Pas na 1900 kreeg het dorp bebouwing aan de haaks op de ontginningsas gelegen Van Beekstraat. Vanaf 1920 werden de wegsloten gedempt en na de Tweede Wereldoorlog volgde een ruilverkaveling. Toen is het dorp verder uitgebreid en is Landsmeer een forenzendorp van Amsterdam geworden.
De Herv. kerk (Dorpsstraat 28) is een zaalkerk voorzien van een ingebouwde toren met balustrade, houten bovenbouw en ingesnoerde spits. Deze neoclassicistische kerk werd in 1852 gebouwd ter vervanging van een oudere kerk, waarvan de door Assuerus Koster gegoten klok (1639) in de toren hangt. Tot de inventaris behoren een rijk gesneden preekstoel (circa 1650) en twee predikantenborden (1766, 1795).
De voorm. pastorie (Dorpsstraat 44) is een wit gepleisterd dwars huis uit circa 1850 met acroteriën op de dakhoeken.
Overige kerken. De voorm. Geref. kerk Noordeinde 124 (circa 1880), een houten zaalkerk met spitsboogvensters, huisvest nu een winkel. In 1927 werd de Geref. kerk Calkoenstraat 12a in gebruik genomen. Deze zaalkerk met toren vertoont expressionistische details. Aan de achterzijde staat een verenigingsgebouw (1967). Uitgevoerd in de vorm van een stolpboerderij is de R.K. De Goede Herderkerk (Zuideinde 34; 1972-'73, H.J. van den Bogaard).
Raadhuizen. Het voorm. raadhuis
Dorpsstraat 38 is een tweelaags dwars pand uit circa 1870. Het huidige gemeentehuis
Raadhuisstraat 1 is een functionalistisch gebouw uit 1956-'68 naar ontwerp van M.F. Duintjer (uitgebreid
Landsmeer, Eierpakhuis (1993)