Koog aan de Zaan
(gemeente Zaanstad)
Dorp, ontstaan begin 16de eeuw toen inwoners uit Westzaan zich op de westoever van de Zaan vestigden. Langs de Lagedijk (Raadhuisstraat e.v.) vormde zich een tweezijdige lintbebouwing. Vanaf circa 1870 vestigden zich diverse fabrieken en bedrijven in het buitendijkse gebied langs de Zaan en werd Koog aan de Zaan een industriedorp. Haaks op de dijk lagen enkele dwarspaden die landinwaarts naar industriemolens leidden. Omstreeks 1870 werd de Stationsstraat aangelegd naar het station (1867). Sindsdien is het gebied tussen de Zaan en spoorlijn Amsterdam-Alkmaar volgebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog volgden uitbreidingen ten westen daarvan (Westerkoog).
De Herv. kerk (Zuiderkerkstraat 14) is een kruiskerk, die is ontstaan uit een in 1685 naar ontwerp van Jacob Reijersz (stichtingssteen) gebouwde zaalkerk met (aan de onderzijde uitzwenkende) steunberen, ingangsportaal (westzijde) en consistorie (oostzijde). Naar plannen van A. Latenstein kreeg deze kerk in 1824-'25 dwarsarmen, spitsboogvensters en een vieringtoren met uurwerk. Na een brand in 1920, waarbij de vieringtoren verloren ging, heeft men de kerk hersteld in 1920-'22 (J. de Meijer).
Het
interieur wordt gedekt door houten
Koog aan de Zaan, Doopsgez. Vermaning
tongewelven met trekbalken (hersteld 1922) en is voorzien van galerijen (1825). Tot de inventaris behoren 17de-eeuwse kerkbanken, een preekstoel (1686), een scheepsmodel (circa 1685), een doophek (1826) en drie herenbanken (circa 1826). Afkomstig uit de R.K. St.-Antonius van Paduakerk te Haarlem is het door M. van den Brink gebouwde orgel (1853; overgebracht 1913, hersteld 1922).
De huidige consistorie ‘De Stolp’ (Zuiderkerkstraat 12) is een eenlaagspand uit 1850 (gedenksteen), voorzien van een 18de-eeuwse deurpartij met snijraam tussen ionische pilasters.
De Doopsgez. vermaning (Lagedijk 34) is een grotendeels houten zaalgebouw uit 1680 met wolfdak. In 1873 kreeg het gebouw naar plannen van J.C. Dekker een stenen voorgevel en zijgevel met wit gepleisterde eclectische details. Op een trekbalk van het houten tongewelf staat de naam van timmerman Jacob Reijersz. Tot de inventaris behoren een laat-18de-eeuwse preekstoel en een door P. Flaes gebouwd orgel (1870).
De R.K. kerk H.H. Martelaren van Gorcum (Boschjestraat 115) is een driebeukige kruiskerk met hoger vieringgedeelte en een terzijde geplaatste toren met achtzijdige koperen spits. Deze kerk werd in 1931-'32 naar een expressionistisch ontwerp van N. Molenaar jr. gebouwd. De pastorie (Boschjesstraat 113) dateert eveneens uit 1932.
Het voorm. diaconiehuis ‘De Kogge’ (Zuideinde 83) verrees in 1860 als wees- en bejaardenhuis naar ontwerp van A.G. Verschoor en L.J. Immink. Dit neoclassicistische tweelaagse gebouw met mezzanino en middenrisaliet is voorzien van geblokte pilasters.
Het voorm. Doopsgez. weeshuis (Lagedijk 41) kwam in 1910 tot stand naar plannen van D. Stam uit een legaat van de Zaandijkse bakker D. Sweepe ter nagedachtenis aan diens dochter Johanna Elisabeth Sweepe. Het blokvormige gebouw met dwarsvleugel vertoont neorenaissance-, jugendstil- en rationalistische details. Boven de ingang zit een gedenksteen met gotisch schrift.
Het voorm. raadhuis (Raadhuisstraat 86) werd in 1907-'08 gebouwd door aannemer J. Huysman met late neorenaissance- en jugendstil-details. De dubbele hardstenen stoep leidt naar de hoofdingang met gebeeldhouwde zandstenen omlijsting, die voorzien is van het gemeentewapen.
Het postkantoor (Stationsstraat 80) is een L-vormig gebouw uit 1939 in traditionalistische vormen.
Het Molenmuseum (Museumlaan 18) is gehuisvest in het ‘Huis met de IJzeren Brug’, gebouwd rond 1775 voor Cornelis Haremaker. Vanwege de aanleg van het Koogerpark moest dit huis in 1926 worden afgebroken, waarna het in 1927 werd herbouwd op de huidige locatie en in 1929 als molenmuseum in gebruik werd genomen. Het dwarse eenlaagspand heeft een middenpartij met rijk omlijst middenvensterpaar en een houten topgevel in Lodewijk XVI-vormen (met Lodewijk XV-elementen). De twee ingangspartijen met ionische pilasters zijn uitgevoerd in Lodewijk XV-vormen. Aan de zijde van de Museumlaan bevindt zich een dwarse houten achterbouw. In 1982 is het museum uitgebreid met het koopmanshuis Oostzijde 109 uit Zaandam, een diep pand met houten klokgevelvoorschot.
Woonhuizen. Een 17de-eeuwse oorsprong heeft het brede huis Hoogstraat 8. Het houtskelet is grotendeels nog aanwezig. Boven een stenen pui prijkt een vroeg-19de-eeuwse houten topgevel. Eveneens 17de-eeuws is het houten huis Zuideinde 128 met uitkragende verdieping en zolder, en een lagere zijbeuk met lessenaarsdak. Uit het begin van de 18de eeuw dateert het tweelaagse, deels houten herenhuis Hoogstraat 12 met dakkapel en een ingangsomlijsting met dorische pilasters. De houten achtergevel heeft een hogere middenpartij met klokgevel. De langgerekte achtervleugel eindigt in een zaankamer met houten klokgevel. In het interieur bevinden zich een betimmering en een tegelschouw uit de bouwtijd en betegelde gangwanden; de zaankamer wordt gedekt door een houten tongewelf. Voorbeelden van eenvoudige - grotendeels houten - huizen uit de 18de eeuw zijn het uit 1700 (deurkalf) daterende dwarse huis Raadhuisstraat 36 (stenen voorgevel) en de huizen Lagedijk 1 en 3. Het L-vormig houten huis Lagedijk 52 heeft aan de straatzijde