Heiloo, Woonhuis De Hutkoffer
van (dorisch-)neoclassicistische decoraties.
De formele parkaanleg heeft een zichtas die in het overbos - een deel van de Heilooërbossen - doorloopt. De parkaanleg kan 17de-eeuws zijn, waarbij de grond uit de vijver voor het huis in het overbos als ‘kattenberg’ werd opgetast (aangepast 1759-'67). Op de hoeken van de vijver staan twee beelden (1711, Caspar Swents). Zuidelijk van het huis kwam in 1816-'21 een aan L.A.C. van Delen toegeschreven Engels Werk tot stand, met slingerende paden en bloemhof. Het koetshuis dateert uit circa 1740, de neoclassicistische dienstwoning uit circa 1830.
De tuinkoepel Kennemerstraatweg 432 is een wit gepleisterd zeskantig gebouwtje uit 1891, opgetrokken bij het oorspronkelijk 14de-eeuwse Huis ter Coulster (afgebroken 1847), waarvan de 17de-eeuwse hekpijlers resteren. De opdrachtgeefster, mevr. C.F. Fontein Verschuir, huwde in 1884 met B. van der Feen de Lille en samen lieten ze in 1913 Betsy's hof (Kennemerstraatweg 434) bouwen, een stolpboerderij met staart.
Woonhuizen. In opzet 17de-eeuws is de eenvoudige boeren- of visserswoning
De Hutkoffer (Heerenweg 21; gerestaureerd 1962) met houten voorschot en luik, en binnen een betegelde schouw. Voor de rijksbelastingontvanger J.C. Maas Geesteranus verrees het gepleisterde neoclassicistische huis
Kennemerstraatweg 382 (circa 1870).
Heiloo, Blokhuis Lutine
Villa
Overmeer (Kennemerstraatweg 81; circa 1885) is uitgevoerd met speklagen en chaletstijl-elementen. Een neorenaissance-geveltop en erker kenmerken het huis
Kennemerstraatweg 318 (1912). Het door F. Abel ontworpen houten landhuis
De Specht (Heerenweg 2; circa 1923) werd in blokhuis-systeembouw vervaardigd door de Silezische firma Christoph & Unmack. Van dezelfde firma zijn het
Blokhuis Lutine (Kennemerstraatweg 7) en
Kennemerstraatweg 41. De houten prefabwoning
Huize Drechterland (Van Foreestlaan 1) werd in 1928 opgetrokken voor de Enkhuizer bankier M.A. Emmerling door de Weense firma Schönthaler-Silva. Expressionistisch van vorm zijn de met riet gedekte villa's
Schoutsbosch (Kennemerstraatweg 59; 1921),
Kennemerstraatweg 45 (circa 1925) en
Heerenweg 1 (circa 1930).
Het voorm. trafohuisje (Het Maalwater ong.) kwam in 1917 tot stand volgens het type ‘hoogtoren’ en vertoont sobere expressionistische elementen.
Het opslaggebouw voor zaadteelt en zaadhandel (Holleweg 100) is een L-vormig pand uit circa 1920 met kleine vensters.
De bollenschuur Hoogeweg 40, een blokvormig tweelaags pand met kleine vensters, werd gebouwd rond 1925.
De poldermolen ‘Maalwater’ (bij Het Maalwater 7) is een kleine met hout beklede wipstaartmolen uit circa 1850, afkomstig uit Alkmaar en in 1974 hier herbouwd.
De
R.K. kerk O.L. Vrouwe ter Nood (Kapellaan 8) ligt ten zuiden van Heiloo in het gehucht
Kapel. In 1905 werden de fundamenten van een in 1573 verwoeste en in 1637 definitief gesloopte middeleeuwse Mariakapel gevonden. Op initiatief van de Alkmaarse margarinefabrikant G. van den Bosch besloot men tot de bouw van een bedevaartsoord. In 1913 verrees naar ontwerp van J. Stuyt een forse driebeukige
bedevaartskerk met dwars geplaatste dakerkers als ‘noodkerk’. Tot een definitieve kerk kwam het niet, wel is de dakruiter vernieuwd (1963, H. Thunnissen). Het interieur heeft een ziende kap met originele polychromie en bevat een door B. Pels gebouwd orgel (1914). De
calvarieberg werd in 1912 opgeworpen met grond uit de vijver (corpus Christi in
Kapel bij Heiloo, R.K. kerk O.L. Vrouwe ter Nood (1993), genadekapel