Heemstede, Huis te Manpad, plattegrond
boogbrug en een
toegangshek (circa 1730) met natuurstenen pijlers voorzien van siervazen. Met gebruik van een oudere aanleg rond het huis kreeg het
park rond 1730 een formele aanleg naar plannen van Adriaan Speelman. In 1741-'42 volgde een vergroting met de aanleg van het ‘Agterste Bosch’. De opzet van deze formele aanleg is ondanks moderniseringen (1767) en de wijziging in landschapsstijl door A. de Haan (1814) nog herkenbaar. Aan weerszijden van de centrale zichtas staan door Jan van Logteren vervaardigde tuinbeelden (1734; Bacchus en Ariadne). Uit omstreeks 1730 zijn verder de
oranjerie met dienstwoningen (Manpadslaan 1-3), de
slangenmuur en de concaaf opgezette
menagerie in het park (gewijzigd circa 1800). Op een eiland in de waterpartij achter het huis bevindt zich een
ijskelder. Ter herinnering aan de gevechten bij Manpad in 1304 en in 1573 liet D.J. van Lennep in 1817 een
monument (bij Manpadslaan 1) oprichten in de vorm van een hardstenen obelisk op sokkel.
De Hartekamp (Herenweg 5). Deze voorm. buitenplaats heeft als kern een van oorsprong 17de-eeuws huis, dat in fasen tot de huidige omvang uitgroeide en rond 1860 het huidig aanzien kreeg. Het gepleisterde neoclassicistische gebouw heeft een ingangspartij tussen vooruitstekende gevelpartijen en aan de tuinzijde een hoge koepelkamer.
Aan de landschappelijke parkaanleg met grote vijver hebben J.D. Zocher sr. en jr. meegewerkt. De laatste ontwierp in neoclassicistische stijl (neo-Grec) de oranjerie (circa 1820). Het theehuis heeft nog 18de-eeuwse elementen. In het in 1909 door L.A. Springer ontworpen tuingedeelte bij de oranjerie staan een pergola en een borstbeeld van Linnaeus, die hier van 1735 tot 1738 als botanicus werkte. Aan de in 1902 aangelegde nieuwe oprijlaan staat een door Springer ontworpen toegangshek, voorzien van hardstenen pijlers met lantaarns. De overtuin van het park heeft men in 1901 verkocht voor de bouw van villa's. In het park rond het huis staan moderne paviljoens van een hier in 1951 gevestigde inrichting voor zwakzinnige kinderen. De voorm. botanische tuin werd in 1954 onderdeel van park en speeltuin ‘De Linnaeushof’ (Bennebroek).
Ipenrode (Herenweg 63). Deze buitenplaats heeft een huis uit circa 1730 met aan de achterzijde een uitgebouwde tuinkamer. Begin 19de eeuw zijn empirevensters aangebracht en heeft de voorgevel een blokbepleistering gekregen. Het huis is in 1957 na brand hersteld.
In het park bevinden zich een voorm. koetshuis met stal (Herenweg 65) en een dienstwoning (Herenweg 69) - beide 18de-eeuws - en verder een tuinmanswoning (Herenweg 67) uit 1908.
Berkenrode (Herenweg 133). Dit U-vormige en gepleisterde tweelaagse buitenhuis werd in de 18de eeuw gebouwd en was oorspronkelijk het huis van de buitenplaats Westerduin. Bij de
Heemstede, Buitenplaats De Hartekamp
samenvoeging met de buitenplaats Berkenrode in 1797 liet de familie Van Wickevoort Crommelin het huis Westerduin verbouwen en het van oorsprong middeleeuwse huis Berkenrode slopen. De parkaanleg in vroege landschapsstijl kwam na 1797 tot stand. De gepleisterde achtzijdige
tuinkoepel (Herenweg 127) dateert uit 1802 (verplaatst 1928) en staat naast een
toegangshek met door vazen bekroonde gemetselde pijlers. Een als
badhuis bekend staand gecementeerde gebouwtje (bij Herenweg 131) wordt bekroond door 18de-eeuwse borstbeelden van allegorische vrouwenfiguren. Het park bevat verschillende 18de-eeuwse tuinbeelden en een grafteken voor een paard (1858). Een 18de-eeuwse gemetselde
boogbrug met siervazen leidt naar het gedeelte van het park waar het oude huis Berkenrode stond. De 18de-eeuwse en later wit gepleisterde
dienstgebouwen Herenweg 119-121 (voorm. stallen) en 123-125 behoorden oorspronkelijk ook tot het oude Berkenrode.
Bosbeek (Glipper Dreef 209). Deze buitenplaats heeft een vroeg-18de-eeuws blokvormig huis met souterrain, middenrisaliet en versierde ingangspartij. Aan de achterzijde bevindt zich een hoge, driezijdig uitgebouwde, tuinkamer. Het rond 1750 vernieuwde interieur bevat onder andere een plafondschildering van Jacob de Wit. In 1951 werd het buiten aangekocht door de Congregatie van de Voorzienigheid als retraitehuis en rustoord. De oorspronkelijk formele aanleg werd in 1794 naar plannen van J.D. Zocher sr.